Wethouder moors vraagt of het niet mogelijk ia,dat de gemeente bij die werken een deskundige plaatstwi j 1 de Heide .maatschappij 'blijken heeft gegeven dit werk niet te kunnen uitvoeren .Door een voorbeeld illustreert hij,dat de dijken absoluut verkeerd zijn weggereden en dat er zeer onpractisch is gewerkt.Hij markt op, dat de gemeente geheel afhankelijk is van de Heide Maatschappij De Voorzitter zou willen voorstallen de kanten te laten bekram- men en het ingespoe'lde zand van het voorjaar uit de bassins te laten halen. De heer Hussaarts acht de eenige duurzame en tevens voordeeligste oplossing het slaan van een damwand. De heer Overbeeke beaamt zulks. Wethouder Moors merkt op,dat dit niet voor rekening van de ge meente is. De Voorzitter zegt te zullen b danken als Voorzitter der com- 's missie van toezicht op de werk verschaffing, wijl van alle kanten critiek óp het werk dier commissie wordt uitgeoefendHet slaan van een damwand acht hij geen slecht idee^mits Goderie tijdens den duur der hierv or aan te gane geldleening IO7& der ontvangsten aan de gemeente afstaat. De heer ^eruia.a.t zegt, dat naar een middel moet gezocht worden om zoo spoedig mogelijk van de DUintjes af te komen. De heer Rens houdt hierna een uitvoerige bespreking omtrent dit werk.Hij merkt op,dat het zeer begrijpelijk is,dat door den lagen waterstand in het eerste bassin,tengevolge van het daarin geslagen gat,ook het tweede bassin schade heeft geleden.Hij acht het in het belang van heh werk,dat er thans mede geëindigd wordt,wijl dit niet geschikt is om in den winter te worden uitgevoerd.Hij brengt nog in het midden,dat door den Burgemeester is gezegd,dat zoodra de dijken weg zijn,het werk klaar is.De dijken zijn weg geweest en toen is er een gat in geslagen,echter niet op de plaats waar de dijken hebben gelegen.Hij beschouwt hst,dat men van de gemeente zooveel mogelijk wil plukken.Waar het werk klaar K

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1933 | | pagina 195