3ö-io-b3. i 72 tegen steun te zijn geweestdochwaar in deze verdere werkver schaffing aan de Ruintjes onmogelijk moet worden geacht en steun- verleening voor de gemeente ook voordeeliger zal zijn,spreekt hij er zich voor uit om een steunregeling in het leven te roepen. De Voorzitter zegt, dat van den heer Goderie dezen middag tijdens de vergadering van Burgemeester en Wetho ders een adres is inge komen, hetwelk hij liefst tegelijk met het betoog van den heer Daverveldt wil behandelenIn dit adres is echter ver^ochtom dit in besloten zitting af te doen,waarom hij voorstelt de besprekingen verder in besloten zitting voort te zetten. De heer ^ermaat merkt op,dat het geven van steun nog slechtere gevolgen zal hebben dan het uitvoeren eener werkverschaffing. Bovendien is de groote vraag,of de menschen van de toegekende steungelden wel kunnen leven.Hij vraagt den Voorzitter wat voor de gemeente het voordeeligst is,steun of werkverschaffing. De Voorzitter antwoordt,dat de beantwoording dezer laatste vraag afhangt van het door het Rijk te verleenen subsidie.Hij geeft alsdan een uiteenzetting van de steunregeling,zooals deze in een naburige gemeente geldtwaaryit blijkt, dat de steunnormen heel wat lager zijn dan de verdiensten aan de werk verschaffingHij merkt op, dat de Regeer ing zooveel mogelijk werkverschaffing voor schrijft en slechts op de laatste plaats hare goedkeuring hecht aan een steunregeling. Deheer Daverveldt oppert dan het idee om de gezinnen,die het het hardst noodig hebben,op de iffiendenkooij te werk te stellen en voor de overigen een steunregeling in het leven te roepen. De Voorzitter ontraadt ten sterktste de invoering van een steun regeling op grond van te geringe uitkeeringen De heer Davervèldt dringt er nogmaals op aan om de werkzaamheden aan "De Duintjes" in ieder geval stop te zetten,wijl het thans de tijd niet is om daaraan te werken. De heer Rens houdt daarna een uitvoerige bespreking omtrent de uitvoering der werkverschaffing.Hij merkt op,dat de Voorzitter

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1933 | | pagina 190