«ÉXojfifrxs ©er
X e X s 'x* x -j3v juXmitieif
«t Ci - i! XX. J'X£ t n*v snXselroov si
9 b at a&wtfonrbeorv owx
b galljsqecf ©sob Jab,? bioowJHjs leJJisi oV ©3
i?J3cenn.3 ©X t.xfasve (.i'X.si l5ttodi.:-vo Wotv
.1 Jtrcw «nv-lH. blegeïsg J&w eifcilisbaosl^
v/1 bloïseg* ev otioif^Seat eh X«< ;ieg -gaim. ®ti
3 i jo-. ©mogïhJ fljBV XsJeïcov tferi hsls: g
1i~ 1 J 13 ifc-it
fe ©Jf" J8£V
:©i>t .'."Xrc ©hat - jlov m si aeln
vzfaetAivg sb icov ITOUflTSUI
rT©ea:e^ eb at ÏQitfJXsïqfie®** sb
•X XöiijïA
op een voordracht van Burgemeester en Wethouders van zoo mogelijk
twee personen.
Zij ontvangt bij hare indiensttreding kosteloos een bewijs van
aanstelling, waar van de vorm door Burgemeester en Wethouders wordt
vastgesteld.
Bij wijziging in de aanstelling ontvangt zij kosteloos een nieuw
bewij sVeloren geraakte bewijzen van aanstelling kunnen op kosten
van de vroedvrouw door een nieuw bewijs worden vervangen.
Artikel 2.
De vroedvrouw is verplicht kosteloos verloskundige hulp te ver-
leehen aan hen,die daartoe door het Burgerlijk Armbestuur,het
hoofd van den geneeskundigen en verloskundigen dienst gehoord,
worden aangewezen en aan hen,die door de politie zijn opgenomen,
voer zoover die hulp door of vanwege het hoofd van politie wordt
ingeroepen.
Door het Burgerlijk Armbestuur worden in het eerstgenoemde geval
schriftelijke bewijzen voor gratis verloskundige hulp afgegeven.
De vroedvrouw heeft het recht,wanneer zij meent,dat een der aan
gewezen niet of niet meer voor kostelooze behandeling in aanmer
king komtjbij verschil van meening met het Burgerlijk Armbestuur
zich in deze op Burgemeester en wethouders te beroepen.
Intusschen is zij verplicht wanneer bijstand noodig is,hangende
de beslissing hulp te verleenen.
Artikel 3.
De vroedvrouw is verplicht in gevallen,waar de hulp van een ge
neeskundige bij armlastigen noodig is,deze schriftelijk te vrageh
aan den geneesheerheiast met de armenpraktijk,tenzij voor het
doen van een zoodanige schriftelijke aanvraag de tijd ontbreekt,
in welk geval met een mondeling verzoek kan worden volstaan.
Artikel 4.
De taak der vroedvrouw is het verleenen van kosteloozen verlos
kundigen bij stand, over eenkomstijhet bepaalde bij art. 15 der Wet
van 1 Juni 1865, StblNo60,hader gewijzigd bij de wet van 2 Juli