an.
26-5-193 3.
het leven wordt geroepen,doch eenigszins heeft de heer Vermaat
gelijk.Spreker bespreekt hierna de toepassing der verordening
op het dansen.Ook deze vast te stellen verordening zal wel
even soepel toegepast worden als de dansverordening.Hij dringt
op behoorlijke toepassing dezerverordening en die van het dansen
aan.
De Voorzitter zegt,dat de heer Rens wat de dafasverordening be
treft,geheel buiten de orde is.Spreker weet heusch wel,als Hoofd
van Politie,hoe hij een verordening moet toepassen.Hij is wette
lijk belast met het handhaven der verordeningen en niet de heer
Rens,zoo ook met de dansverordening.Spreker verzoekt den heer
Rens geen hatelijkheden aan zijn adres te debiteeren,dat doet
hij ook niet aan het adres van den heer Rens.
De heer Rens merkt op,dat hij hier toch gerust zijn meening
mag zeggen.
De Voorzitter antwoordtdat hij dit gerust mag doen,als hij maar
binnen de perken der orde blijft.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming de volgende verordening
vastgest eld:
DE RAAD DER GEMEENTE WOENSDRECHT;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
gezien het advies der gezondheidscommissiezetelende te Bergen
op Zoom,d.d.l5 Mei 1933,No.45;
Besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING regelende het zwemmen en baden in de
gemeente WOENSDRECHT.
Artikel 1.
Het is verboden ts zwemmen of te baden op plaatsen zichtbaar vai£-
af openbare plaatsen of wegen of vanaf plaatsen waar het publiek
in dencregel gelegenheid heeft te wandelen of zich op te houden,
tenzij in inrichtingen of op plaatsen,door Burgemeester en
Wethouders tot hst zwemmen of baden aangewezen.
t