I 198/ 10 -1932 wijl het laatste hod nog niet was afgewezen, nog een bespreking plaats had met eenige andere autoriteiten. In verband met de gevoerde besprekingen wil ik Uwen Raad mededee- len, dat ik, waar er bij Uwen Raad plannen bestaan dit terrein aan te koopen voor werkverschaffing en badgelegenheid, in deze geheel van mijne rechten in het belang der gemeente meen te moeten afzien, die juridisch en administratief rechtens absoluut vaststaan. Hiervan heb ik den Oud-Notaris op Maandag j.l. mededeeling gedaan, en wil ik verder in deze geheel en al vrijstaan Waar ik door de mij verstrekte opdracht moreel was gebonden aan 1 dien derden persoon, heb ik dezen mededeeling gedaan, dat ik om 1 ambtsredenen mijn verkregen recht geheel en al aan de gemeente zou overdragen. Deze antwoordde toen Hu, dan zal ik mijn weg wel vinden" Hog meen ik te moeten opmerken, dat de Heer de Borrekens blijkens de besprekingen met Notaris Goderie, zich absoluut niet bindt of zich in de toekomst wil binden, zoodat hij tot op heden nog steeds in alle opzichten vrij staat en dit terrein nog kan verkoopen aan wie hij wil. Ik leg er nogmaals den nadruk op, dat zoodra mij gebleken was, dat de Gemeenteraad als gegadigde naar deze terreinen wilde op treden, ik voor mijn persoon geheel ben teruggetreden en alle rech ten heb prijs gegeven, zoodat de Raad in volle vrijheid kan be - sluiten en onderhandelen met wien hij wil. De Heer Rens juicht de houding van den Voorzitter in deze toe en se! noemt het een zeer correct optreden, temeer nog, wijl deze afstand van diens rechten vermoedelijk wel een offer voor hem zal beteeken en. De Voorzitter merkt op, dat hij deze vergadering heeft belegd, om dat hij den geheelen Raad hiervan in kennis wilde stellen en hij meende niet verantwoord te zijn, indien hij alleen den Heer Rens hiervan op de hoogte bracht. De Raad moet zich nu maar uitspreken wat hij in deze wenscht. Wethouder Moors zegt, dat in de vorige vergadering het beginsel - r j

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1932 | | pagina 64