I I m 10 1832. 1 OM m kapitaalverstrekking die daarvoor in deze noodzakelijk is.temeer, omdat de bezoekers daar dikwijls geheele dagen verblijven en de gei» meente niet als een restaurant exploitant kan optreden of voor amu- 5 sera ent kan zorg dragen. Ik betwijfel dan ook zeer, of Gedeputeerde Staten hunne goedkeuring zullen verleenen in de tegenwoordige om standigheden aan een besluit van zoo grooten financieelen omvang. Het zwaarst weegt in deze bij mij dan ook de kapitaalfourneering die, wil een dergelijk zaak goed in orde worden gebracht, voor een kleine of middelmatig groote gemeente niet te dragen is. Een der bezwaren tegen een dergelijk seizoenbedrijf is, dat men geheel en al van de weersgesteldheid afhangt en uit den aard der zaak de risico's te groot zijn. Daarbij komt dat indien de opzet gelukt en een strandleven van eenigesnomvang zich ontwikkeld, de gemeente overheid moet kunnen optreden en de financieele belangen van de gemeente hare taak als overheid niet mogen in den weg staan Hierom meende ik deze zaak in andere hanen te moeten leiden. Als- toen is getracht met steun van enkele gegoeden in deze gemeente een soort van Naamlooze Vennootschap op te richten, die deze bad gelegenheid zouden doen exploiteeren. Ook dit mocht niet slagen, met het oog op gebrek aan geld. Nadien werd nrlij door een derde ven zocht dit terrein daartoe voor hem aan te koopen. Gevolg gevende aan dit verzoek heb ik mij met Oud-ïïotaris Goderie te Wouw, in verbinding gesteld, reeds in het begin der maand Augustus, doch waar de Heer de Borrekens afwezig was, ontving ik eerst op 6 Sept© ber bericht, dat mijn eerste aanbod werd afgewezen. Alstoen werd medegedeeld door den Heer Notaris Goderie, dat mijn bod als zijn de te laag niet serieus werd opgenomen. Een tweede aanbod werd door; mij in overleg met dien derden persoon gedaan op Maandag 26 Sep tember j.l., waarover met den Heer de Borrekens een conferentie zou plaats hebben op Vrijdag 7 October a.s. Vrijdag 30 September werd door U het desbetreffende besluit genomen. Zaterdagavond had ik een conferentie met den Heer Hens, terwijl ik Zondagmiddag nog een bespreking had met een hooggeplaatst geestelijke autori teit en bereids door mij omtrent de aan mij behoorende rechten J J '1

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1932 | | pagina 63