a
ding van het "aandeel in de kwade ppsten wegens de directe be
lastingen" art.19 der rekeningsvoorschroften,zooals dat artikel
luidde vóór de wijziging van 1930,toepassing had behooren te
vinden.Derhalve had een bedrag ad 1197,26 op den dienst van
1932 moet zijn verantwoord.
Overigens geeft de overgelegde rekening der gemeente geen aan
leiding tot opmerkingen.
De rekening dienst 1931 wordt hierna,conform het voorstel van
Burgemeester en Wethouders,zonder hoofdelijke stemming voorloopig
vastgesteld:
GEWQME DIENST. In inkomst op f 78809,35 en in uitgaaf op
70845,47,met een totaal aan batige sloten van 49336,25 en aan
nadeelige sloten van 41672,37derhalve met een voordeelig
saldo ad 7933,88.
KAPITAALDIEK STIn inkomst en in uitgaaf op 39730,85.
De beide Wethouders worden geacht zich van medestemmen te hebben
onthouden.
Hierna stelt de voorzitter aan de orde het voorstel van de
meederheid der commissie van ondersoek der rekening dienst 1931,
tot schorsing van het raadslid den heer A.de Crom,wegens middel
lijke deelneming aan onderhandsche pacht van gemeente-eigendommen.
Wethouder Moors vraagt den Voorzitter of de argumenten van dit
voorstel steekhoudend zijn; zoo ja,dan verklaart hij zich voor
schorsing; zoo neen,dan zegt hij zich ook in geen enkel opzicht
met dit voorstel te kunnen vereenigen.Hij merkt op,dat deze
overtreding eigenlijk te gering is om er aanmerking op te maken.
De heer Daalmans vraagt of de gemeente hierdoor schade heeft
geleden.
De Voorzitter antwoordt hierop ontkennend.Hij merkt op,dat der
gelijke voorstellen de verhouding in den Raad maar verscherpen,
hetgeen niet in het belang der gemeente is te achten.
De heer Hussaarts vraagt of de leden van den Raad deel mogen
nemen aan een publieke hout ver kooping door de gemeente,die in