|i
1
1
KI
I
I
het grasgewas ten Oosten van den spoorweg uitgegeven of dit'
grasgewa^gebruiktdoch hij erkent van de gemeende in huur te
hebben den weg loopende ten Westen van genoemden spoorweg aldaar
en wel voor de som van 5-welk bedrag over het jaar 1931,vol-
eens verklaring van dsn pachter,door den heer de Grom eigenmach
tig; op 4,- is teruggebrachtEveneens erkent de pachter met den
heer de Crom een onderhanésoh accoord te hebben aangegaan,dat
het grasgewas ten Oosten van dien spoorweg op naam van den pach-
de
ter zou blijven staan en wel voor pachtsom van f 5,-,onder voor
waarde, dat de heer de Grom de pachtsom ad 5,- zou betalen en
hst recht zou hebben tot het gebruik van dit perceentje grond.
Bovendien is uit een onderzoek komen vast te staan,dat de heer
de Crom jaarlijks 10,- aan den Gemeente-ontvanger heeft be
taald, die, hetgeen uit voormeld onderzoek is gebleken,in de
meaning verkeerde,dat de heer de Grom bij wijze van boodschap
de geheele pachtsom voor den in foor meld raadsbesluit genoemden
pachter betaalde,zoowel voor den oostelijken als voor den weste
lijken parallelweg.
Het hocigras van den oostelijken parallelweg is op last van den
heer de Crom verschillende jaren door den lossen gemeente-
arbeide afgemaaid,terwij 1 het hooigras zelf door dit raadslid
in gebruk is genomen vanaf 1921 tot en met 1926.
Na het jaar 1926 is dit grasgewas door den heer de Crom aan den
tijdelijken gemeente-arbeider eigenmachtig verpacht tot en met
het jaar 1930,onder voorwaarde,dat die derde pachter dien weg
mede zou onderhouden,terwij1 het door dien derden pachter ver
schuldigde aan den heer de Crom werd betaald,doch hoeveel door
dien lossen arbeider aan den heer de Crom ts afgedragen,heeft
Uwe commissie niet mogen achterhalen.
In het jaar 1931 is dezelfde weg door den heer de Crom eveneens
eigenmachtig onderhands verpacht voor onbepaalde tijd aan P.van
Qevelen,te Craaijenberg,ANo.13
Deze onderhandsche verpachting heeft de heer de Crom weder eigen-
I
•fe