/p?
13-12-1832
Een tewerkgestelde,di© afwisselend de werkverschaffing verlaat,
doch. niet langer dan voor een periode van d.ertig dagen,zat niet
meer de in dit artikel bedoelde lijst behoeven te teekenen.
Een werklooze,die eenmaal vier en twintig dagen geteekend heeft
en elders langer dan dertig dagen heeft gewerkt,zal voor elke
dertig dagen wederom drie dagen op een lijst,als bedoeld in het
eerste lid van dit artikelmoeten teekenen.
Artikel 5.
Het aantal gemelde dagen en handteekeningen,als bedoeld in art.
4,1e lid,zal niet in aanmerking worden genomen indien dit aantal
het bij den agent der arbeidsbemiddeling ingeschreven dagen
overschrij dt
Artikel 6.
Indien een aan de werkverschaffing tewerkgestelde arbeider meent
uitzicht te hebben op werk,kan hem worden toegestaan zich voor
dit werk te melden,terwijl hiervoor geen loonkorting zal plaats
hebben,mits de afwezigheid op het werk niet langer dan vier uur
per dag bedraagt en de werklooze in het bezit is gesteld van
een schriftelijke vergunning van den met net toezicht op het
werk belaste autoriteit.
Indien voormelde autoriteit verlangt,dat een bewijs zal worden
overgelegd,dan men zich op het aangegeven werk heeft gemeld,
moet hieraan worden voldaan.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde bewijs zal door
meergenoemde autoriteit gratis aan belanghebbende worden ver
strekt
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing,wanneer
door particulieren of van gemeentewege werk wordt verschaft met
subsidie van het Rijk.
Artikel 7.
Ieder werklooze arbeider,die geen werkgelegenheid in de gemeente
of in hare omgeving wil aanvaarden tegen een gangbaar loon vol
gens meergemeld arbeidscontract of een gangbaar accoord'loon,ter
beoordeeling van Burgemeester en Wethouders,den agent der ar-
V