4 13-16-1832. s 'I misstap hebben kunnen begaan.Spreker meent,dat ds Raad in deze niet moet aarzelen,doch dit besluit moet intrekken. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten het besluit, d .d .18 November 1932, tot wijziging der begrooting in verband meü het uitkeeren van steun over het tijdvak van 24 - 31 Decem ber 1931, in te trekken. De Voorzitter vraagt nu hoe deze gelden moeten terugkomen. De heer ^en3 zegt de^e vraag niet te begrijpen,wij 1 deze kwestie toch zeer eenvoudig is.Zij,die deze uitbetaling hebben bevolen, zullen naar zijne meening,krachtens de bepalingen der Gemeente wet,ook voor deze gelden moetan ins taan,Spreker beschouwt dit als een zaak voor de toekomst. De heer Overbeeke betreurt het,dat deze zaak zoover geloopen is, wijl toch niemand der heeren Raadsleden hiervan eenig voordeel heeft gehad. Wethouder Mel3en merkt op zich te herinneren,dat het voorstel tot het verleenen van 3teun gedaan is door Wethouder Moors. De Voorzitter zegt,dat hij dan waarn.Burgemeester na het houden der eerste vergadering gewaarschuwd heeft voor het doen dezer uitgaaf/wijl er toen geen enkel besluit was,als juist dat der na-vergadering,hetwelk geen rechtsgeldig besluit was.Daarop is de vergadering van 2 Januari 1932 gehouden,waar in tot steunuit- keering ia beslot en.Spreker heeft zelf de convocatiebiljetten voor deze vergadering aan den heer Moors gedicteerd,omdat er een beslissing moest vallen.«jen had echter deze gelden niet mogen uitbetalen vooraleer het besluit door Heeren Gedeputeerde Staten was goedgekeurd.geze uitbetaling heeft echter toch plaats gehad. De heer Rens merkt op,dat men in deze een voorbeeld had kunnen nemen naar den strangen winter van 1939.Alstoen zijn de menschen, die voor steun in aanmerking kwamen,naar het Armbestuur verwezen. Zulks had nu ook gevoegelijk kunnen geschieden. Wethouder Me'lsen merkt op,dat het niet noodig was geweest de

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1932 | | pagina 129