fa
13-12-1933. a/i
s. BESLUIT VAN HEEREN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDBRABANT ,d.d
30 November 1933,houdende goedkeuring van het raadsbesluit van
"18 November 1932 tot het aankoopen van een perceeltje grond
van den heer J.Rens voor het bouwen van een transformator
station.
De Voorzitter stelt voor dit besluit in te trekken,wijl de neer
Rens verklaard heeft dezen grond niet aan de gemeente te willen
verkoopenTevens stelt hij voor in de plaats hiervan aan te
koopen het perceel,gelegen naast dat van den heer Rens en in
eigendom behoorende aan P.O. van Tilburg, ter grootte van ongeveer
70 MS.Deze persoon is genegen dezen grond eveneens te verkoopen
voor een bedrag ad 1,50 per M2.
De heer Verswij ver vraagt welke bezwaren de heer Rens heeft
tegen het verkoopen van dit terrein.
De Vocrziitter antwoordt,dat de heer Rens in de meening verkeert,
dat nij zich door het verkoopen van dezen grond wederom bloot
stelt aan een schorsing als lid van den Raad.Hij merkt echter
op,dat de heer Rens hiervoor niet bevreesd hoeft te zijn,wijl
het verkoopen van onroerende goederen geen grond tot schorsing
oplevert,zoodat spreker een dergelijk besluit ongetwijfeld ter
vernietiging zou vpordragen.
De heer Rens merkt op,dat in het koopen van het terrein van den
heer van Tilburg voor de gemeente een voordeel is gelegen,wijl
dit perceel fleiner is dan dat van spreker.Dit is voor hem het
hoofdmotief geweest, waar om hij zijn aanbod heeft ingetrokken.
Gaarne neemt hij aan,dat het verkoopen aan de gemeente van on
roerende gc?deren geen schor sings grond oplevert, dcch dit neemt
niet weg,dat de Raad toöh steeds tot schorsing kan overgaan.Om
nu alle onaangenaamheden te voorkomen,heeft hij om deze reden op
de tweede plaat3 zijn aanbod niet gestand gedaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het besluit tot het
koopen van grond van den heer Rens ingetrokken,terwij 1 tevens
het volgende besluit zonder hoofdelijke ste«ming wordt vastgesteld