V 13-18-1932. lasting geheven wegens gebouwds eigendommen en hunne aanhoorig- hsden in de wijken A., B., C.en D.,welke gebaat zijn bij de eleotrifioatie dezer gemeente en gelegen zijn langs of nabij het electrisch laagspanningsnet der P.N.E.M. Artikel 2. 1. Belastingplichtig is hij,die krachtens recht van bezit of eenig ander zakelijk recht het genot heeft van het eigendom als bedoeld in art.l. 2. Als genot hebbende wordt aangemerkt, hi j die op 1 Januari van het belastingjaar als zoodanig in de kadastrale leggers is aan gewezen, tenzij kan worden aan getoond, dat een misstelling in die leggers heeft plaats gehad,of dat voor den len Januari plaat3 gehad hebbende veranderingen daarin nog niet waren opgenomen, in welke gevallen met den gewijzigd®» toestand rekening wordtc gehouden.Zijn er ten aanzien van eenlgen eigendom twee of meer genothebbendendan zijn allen hoofdelijk voor het geheele bedrag van den aanslag aansprakelijk. 3. Nieuw gebouwde eigendommen,w©lke eerat na den len Januari tot bewoning of gebruik geschikt worden,zullen voor de belasting van het loopeMe jaar niet in aanmerking worden genomen. Artikel 3. De belasting bedraagt jaarlijks per gebouwd eigendom,als bedoeld in artikel 1 dezer ver ordening, een gulden vijf en zeventig cent. De te heffen belasting zal voor alle gebouwde eigendommen gelijk zijn. Artikel 4. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December. De belasting wordt geheven over de belastingjaren 1933 tot en met 1962. Artikel 5. Geen belasting wordt geheven voor: 1. gebouwde eigendommen en hunne aanhoorighedenwaarvan de ge meente of hare instellingen de genothebbenden zijn.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1932 | | pagina 121