9 n
13-12-1932.
Artikel 1.
Artikel 43 wordt gelezen als volgt:
1. Hst is verboden aan hóuders van iprichtingen,als bedoeld in
artikel 55 der verordening:
a. daarin of aldaar een te toonstelling of een betooging te
houden of toe te la ten,dat daarin of aldaar een tentoonstelling
of een betooging gehouden wordt;
b. toe te laten,dat daarin of aldaar een betoog,geen verrichting
ten vermake van het publiek zijnde, ten gehoore wordt gebracht;
c. daarin of aldaar te schermen of een wapenoefening te houden
of toe te laten,dat daarin of aldaar geschermd wordt of een
wapenoefening wordt gehouden;
d. daarin of aldaar mueziekinstrumenten aanwezig te hebben of
toe te laten,dat daarin of aldaar muziekinstrumenten aanwezig
worden gehouden;
qdaarin of aldaar zich te vertonnen gekleed in de kleederen
van de kunne waartoe men niet behoortvermomd of onkenbaar ge*
maakt of toe te laten,dat daarin of aldaar men zich vertoont in
de kleederen van de kunne waartoe men niet behoortvermomd of
onkenbaar gemaa&t;
2. Van de verbodsbepalingen van het eerste lid van dit artikel
kan door den Burgemeester ontheffing worden verleend.
Aan dis ontheffing kunnen voorwaarden worden veroonden.
Indien de aan da ontheffing verbonden voorwaarden niet worden
in acht genomen en nageleefd wordt de houder van een zoodanige
ontheffing geacht zonder onthefting te heoben gehandeld.
3. Onder ten gehoore brengen wordt mede begrepen het ten gehoore
brengen door middel van automatische instrumenten,radiotoestel
len of luidsprekers.
Artikel 3.
Toegevoegd wordt een nieuw artikel 45bis,luidende als volgt:
Behoudens het bepaalde in de Loteri jwet 1905 en in de artikelen
54 en 56 derlrahkwet 1931Stbl476 en de artikelen 254bis en