1
18-11-1932. -
Werkliedenverbond net wensoht.Hat Werkliedenverbond toch heeft
herhaalde malen gevraagd om zoo stipt mogelijk de bepalingen
na te komen. Men heeft mij ook voor de voeten geworpen, waar om ik
telkens deze menschen nam.Men moet nu weten,dat ik deze menschen
nooit aanwijs.De heer Jacobs heeft deze menschen aangewezen.
Omdat het slecht weer was zijn ze den volgenden dag niet gegaan.
Maar waarom zij die menschen niet gegaan toen het goed weer was.
Het is in die week gedurende vele dagen goed weer geweesthet ge en
blijkt uit de mededeeling van den landbouwer uit Rilland-Bath
Ik heb ten slotte den Inspecteur opgebeld en gevraagd wat er
met dit geval gedaan moest worden.De inspecteur was van meening.
dat die menschen geschorst moeéten worden.Ik heb,omdat ik 's Maan
dags niet thuis waa5den heer Jacobs opgedragen het geval mede te
deelen aan de beide Wethouders.Alleen bij algemeen goedvinden
zou het schorsingsbesluit aan de betrokken arbeiders worden
doorgezonden .De heer Jacobs is toen bij den heer Moors gekomen
en deze heeft,nadat de heer Jacobs de situatie had blootgelegd,
medegedeeld,dat hij liever de vergadering van Burgemeester en
Wethouders wilde afwachten.In de daarop volgende vergadering
heeft de heer Jacobs de zaak in den breede toegelicht en na deze
uiteenzetting waren de heer Moors en ik het er over eens,dat
deze menschen geschorst moesten worden.Het besluit kwam dus,
nadat de heer Jacobs deze kwestie geheel en al had toegelicht.
Dit besluit werd door wethouder Moors en door mij onderteekend.
Toe ditbesluit aan de betrokken arbeiders was medegedeeld,zijn
deze menschen bij mij geweest.Zij hebben mij gevraagd waar ze
dan van leven moesten. In zekeren zin hebben zij mij toen nog
beetgenomenIk verwees hen naar het armbestuurterwijl ze dien
dag nog hun loon hadden getrokken. Dien zelfden dag zijn de stuk
kan nog naar den Inspecteur gezonden.Ter elfder ure heb ik nog
een beroep op den Minister gedaan om de schorsing van een zoo
kort mogelijken duur te doen zijn; dit in verband met de moei
lijke omstandigheden waarin de huisgezinnen verkeerden.Ziedaar
een korte weergave van het verloop van zaken.