18-11-1932.
ding niet te dragen om een steunregeling vast te stellen. Hij
meent,dat de 'bovengenoemde uitgekeerde geldendoor Gedeputeerde
Staten zijft verworpen en vraagt hoe in deze thans gehandeld
wordt en wie hiervoor aansprakelijk wordt gesteld.
De Voorzitter antwoordtdat Burgemeester en Wethouders thans ge
tracht hebben dezen post onder de achterstallige uitgaven te
brengen.Lukt dit niet,alsdan zullen de leden van het Dagelijksch
Bestuur,die aan de uitvoering: van dit besluit hebben medegewerkt,
daarvoor aansprakelijk zijn.
De Voorzitter stelt hierna voor afwijzend te beschikken op het
verzoek tot invoering eener steunregeling.
Dit voorstel wordt aangenomen met zeven tegen twee stemmen .Tegen
stemmen de heeren Moors en Verswij ver.De heer Vermaat onthoudt
zich van stemming.
XIV. SCHRIJVEN VAN DE HEEREN J .B.VERSWIJVER, G.H. MOORS, A. DAAL-
MANS SN PJGORISHOUDENDE HET VERZOEK TOT HET MOGEN HOUDEN EENER
BESPREKING DOOR HET LID VAN DEN RAAD JVERSWIJ VERIN ZAKE DE
WIEK VER SCHAFFING MET DE DAARBIJ STREKKENDE OF VOORTVLOEIENDE
BESPREKINGEN".
De Voorzitter zegt,dat de Raad,ingevolge het reglement van orde,
den heer Verswijver toestemming zal hebben te verlesnen tot het
houden dezerbesprelcingHij merkt op,datwanneer het de bedoeling
is inlichtingen te vragen,deze moeten worden verzocht aan Burge
meester en wethouders.
De heer Rene stelt voor niet op dit verzoek in te gaan.
De Voorzitter zegt den Raad te zullen laten uitmaken of de heer
Verswijver omtrent deze zaak al dan niet het woord mafe*voeren.
Met vijf tegen drie stemmen wordt besloten den heer Verswijver
in de gelegenheid te stellen een bespreking te houden omtrent
de werkverschaffing.
Tegen stemmen de heeren Hussaarts.de erom en Rens,terwijl de
heeren Vermaat en Verswijver zich van stemming onthouden.
De heer Verswijver zegt dan woordelijk het volgende: