80 39-4-1933. /I': in verhand met den omvang van het bedrijf,waarvoor de vergun ning strekt,kan geacht worden te bezitten,met dien verstande, dat het recht niet lager dan veertig gulden zij. 3. Indien een vergunning wordt verleend voor een nieuw bedrijf, is voor de eerste maal een vergunningsrecht van honderd hulden verschuldigd. Artikel. 3. Het vergunningsrecht voor een bijzondere vergunning,als bedoeld bij het eerste lid van art.75 der Drankwet (Staatsblad 1931, No.476,bedraagt vijf en zeventig ten honderd van het bedrag, in artikel 1 bedoeld. Artikel 3. Het recht wordt met vijftig ten honderd verminderd voor de Icca- liteiten,die gedurende het jaaewaarvoor het vergunningsrecht verschuldigd is,voor het publiek gesloten zijn tusschen Zater dagavond zes uur en Maandagmorgen acht uur.De houder der ver gunning legt vóór de betaling van het vergunningsrecht aan Burgemeester en Wethouders een asededeiling betreffende deze om standigheid over. Artikel 4. 1. Het vergunningsrecht voor een hotelver,gunning bedraagt jaar lijks vijf en twintig gulden of zooveel minder als op den .grond slag van het aantal der in het hotel voor logeergasten beschik bare kamers bij algemeenen maatregel van bestuur is bepaald 3. De houder van een zoodanige vergunning doet voor de eerste maal vóór 1 Juni 1933 en vervolgens jaarlijks vóór 1 April aan Burgemeester en Wethouders van dit aantal schriftelijk mede- deeling. Burgemeester en Wethouders stellen den aanslag va3t en brengen dezen onmiddellijk ter kennis van belanghebbenden. Artikel 5, 1. Het jaarwaarvoor het vergunningsrecht is verschuldigd,loopt van 1 Mei van het eenetot en met 30 April van het daaropvolgende jaar

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1932 | | pagina 89