39-4-1932.
tevreden.De Opzichter der Heide Maatschappij ve rklaart,dat het
werk goed gebeurt,trouwens dit lichaam draagt de verantwoorde
lijkheid, omdat hieraan het toezicht en de uitvoering dier werken
ia opgedragen.
De Heer Daverveidt zegt,dat hij in deze niet de verantwoordelijk
heid mede wil dragen over de ontginningswerken der z«g.Eenden-
kooij,waarom spreker tegen dit voorstel zal stemmen.
De Voorzitter merkt op,dat de gemeente geld moet hebben en dit
is in deze de hoofdkwestieIn het begin werden de werkzaamheden
niet zoo uitgevoerd als nu,doch toen er een andere opzichter is
gekomen,veranderde geheel deze zaak.Als dit geld niet verstrekt
wordt,zit er voor het gemeentebestuur niets anders op dan de
werkverschaffing stop te zetten.De Hoofdopzichter heeft spreker
per brief gegarandeerd,dat de ontginningswerken goed gebeuren,
meer kan spreker er niet op zeggen.Alleen vindt hij het niet
juist,dat de Heeren Raadsleden steeds maar klakkeloos hier alle
mogelijke praatjes ter tafel brengen van "men zegt" enz.,doch
men moet de bewijzen leveren en in dergelijke zaken behoorlijk
deskundig zijn.
De Heer Hussaarts zegt,dat men niet alles moet gelooven wat er
gezegd wordt.In het volste vertrouwen hebben wil ons overgegeven
aan de Heide Maatschappij en dit lichaam zal wel zorgdragen,dat
het werk goed gebeurt.Wie tegenwoordig aan den weg timmertheeft
veel bekijks.
De Voorzitter beroepszich nogmaals op het schrijven van den
Hoofdopzichter der Heide Maatschappij en zegt,dat de Heer Ver
hagen,die toch voldoende deskundig in deze is,aan spreker nog
persoonlijk heeft medegedeeld,dat het ontginningswerk goed geö
beurt.Hoe het ook loopt,geld moet de gemeente hebben,anders
dient de werkverschaffing te worden stopgezet.
In stemming gebracht wordt het voorstel van Burgemeester en
Wethouders met algemeene stemmen aangenomen en wordt het volgende
besluit vastgesteld:
DE RAAD DER GEMEENTE WOENSDRECHT