yï
33-4-1933. i.
Transport f. 30,-
Afd.I,HoofdstIV,volgn.7a.
Bijdrage aan de centrale gemeente in de kosten
van aen keuringsdienst ingevolge de Warenwet f. 3,44
Totaal f, 33,44
IV. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN
EEN GELDLEENING TOT DEKKING DER NORMALE KOSTEN VAN DE 0NTGINNIGS-
WERKZAAMHEDEN.
De Voorzitter leest het concept-besluit met de daarbij behoorende
memorie van toelichting voor.
Na deze voorlezing merkt de Heer Bavervsldt op,dat de gemeente
zich voor deze ontginningswerken heeft overgegeven aan de
Ned.Heide Maatschappij en wie garandeert de gemeente in deze,
dat het werk goed wordt uitgevoerd? Personen,die er werkzaam
zijn,hebben spreker verte$ld,dat het ontginningswerk niet goed
wordt uitgevoerd,omdat de schurft niet voldoende gebroken wordt.
Persoonlijk weet spreker het niet,omdat de raadsleden er niet
mogen komen.Aan de hand deze rasdedèelingen kan spreker niet
acooord gaan met deze geldleening.
De Voorzitter merkV op,dat het Dagelijksch Bestuur op het werk
is geweest en dat hier en daar steekproeven zijn genomen op
verschillende plaatsen,terwijl die proeven voldoende bevredigd
hebben.Spreker Mndt geheel dit werk keurig in orde.
Wethouder Moors brengt in het midden,dat het werk keurig in
orde is,altijd voor zoover Burgemeester en Wethouders dit gezien
hebben,dat wil leggen,dat er voldoende bruine grond op zit,doch
hij heeft van verschillende personen andere klachten gehoord,
n.l.dat de heideschurft overal niet zou gebroken zijn.
De Voorzitter antwoordt den Heer Moors,dat het Dagelijksch Be
stuur toch op geheel willekeur^ plaatsen die steekproeven heeft
doen nemen en dat toen bleek,dat er voldoende bruine grond boven
was,doch controle over het gebroken zijn van schurft hebben wij
niet uitgeoefend.Over het algemeen was de Heer xMoors toen best
n