37-1-1932. 41^
Dit voorstel wordt gesteund door de Heeren Daalmans, Goris en
Hussaarts
De Heer Hussaarts zegt het volkoman eens te zijn met hetgeen
door den Heer Overbeeke hier in het midden wordt gebracht.Het
is een gewone feestdag en hij ook vindt het beter, dat de menseden
dan in deze gemeente hun vermaak zoeken.Hierom zegt hij het
voorstel van den Hear Overbeeke te moeten ondersteunen.
De Voorzitter ontraadt den Raad ten sterkste op het voorstel
Overbeeke in te gaan.Wil de Raad echter de politieverordening
wijzigen, dan zal spreker namens Burgemeester en Wethouders met
een voorstel komen tot wijziging der thans geldende verordening,
over welke wijziging eerst de Gezondheidscommissie moet worden
gehoord.Spreker neemt echter voor de gevolgen van dit besluit
niet de minste verantwoordelijkheid op zich.Hij zal de vast te
st ellen verordening ook niet ter vernietiging voordragen,omdat
zulks niet ter vernietiging zal leiden.De raad moet in deze
zelf de verantwoordelijkheid maar dragen.
De Heer Daverveldt zegt tegen wijziging der politieverordening
te zijn en acht het niet juist, dat in deze slechte tijden nog
meer vermakelijkheden worden ingericht.
De Voorzitter wil even vastleggen,dat niet hij fn deze een be
sluit neemt, doch dat de raad de besluiten vaststelt en dat hij
niets meer of minder is dan de uitvoerder der gevallen Raads
besluit en.
Wethouder Moors deelt mede,dat hij in het College van Burge
meester en Wethouders aanvankelijk tegen het uitbreiden van
dansdagen was, zooals door adressanten wordt gevraagd. De reden,
waarom apre'ker er tegen was, is omdat in dezen tijd zeer weinig
geld verdiend wordt sn dat juist die men sob en het meest gaan
dansen,die het meest klagen.Persoonlijk is spreker er niet
tegem om het dansen op Nieuwjaarsdag toe te staan.
Wethouder Melsen merkt op,dat deze aangelegenheid hier meermalen
aan de orde is gesteld,doch toen heeft de Raad steeds besloten