/pa-
mm
I
■i1
if [i11 f
37-1-1932. 40/5»
De Heer Daalmana meent te koeten opmerk en, dat de Raad. dan niets
za} kunnen doen,wijl de Raad hierin geen zeggingschap heeft,
omdat ds Burgemeester de toestemmingen verleent.
De Voorzitter merkt op, dat de Heer Daalmans spreker verkeerd
heeft begrepen.Op het oogenblik is ds toestand als volgtl De
Burgemeester heeft aan de hand der bestaande politieverordening
de bevoegdheid toestemming te verleenen of te weigeren voor
het maken van muziek of het dansen,behoudens de bepaalds dans-
dagen, welke de Raad in de politieverordening neerlegt,wi jl da
Raad in deze de regelende maoht bezit.De dagen,waarop hier
üanstoestemming door het hoofd van politie wordt verleend,zijn
de dagen der 'beide kermissen en die van ca rnavalDe Raad kan
echter,krachtens zijn regelende bevoegdheid,bepaal de dagen in
de verordening neerleggen,op welken dagen de Burgemeester,als
uitvoerder der plaatsaL ijke politieverordening,alsdan danstoe^-
stemming zal moeten verleenen.Als hoofd van politie dient de
Burgemeester dit raadsbesluit uit te voeren en de orde te hand
haven.Het is niet de eerste maal, dat die kwestie aan de orde
wordt gesteld en er is hier reeds in het afgeloopen jaar meer
dan voldoende over het dansen gesproken,De Heeren zullen zich
wel herinneren,ü&at zich hier heeft afgespeeld in verband met
het schandelijke adres hetwelk in het vorige jaar hier ter
tafel is gebracht.
De Heer Overbeeke zegt er voor te zijn in de politieverordening
Nieuwjaarsdag op te nemen.Op dien dag trekken immers degenen,
die willen dansen,naar het naburige Ossendrecht,met het gevolg,
dat alle centen ook naar die gemeente worden overgebrachtDe
neringdoenden uit het dorp Woensdrecht hebben er dus niets aan.
Al dit geld kan hier in de gemeente blijven als er op dien dag
danstoestemming wordt verleend.Bovendien is het geen Zondag,
maar een feestdag.Voor de andere in hst verzoekschrift vermelde
dagen voelt spreker niets.Hij stelt voor de politieverordening
dusdanig te wijzigen, dat daarin Nieuwjaarsdag wordt opgenomen.
I'