IB
2-2-1932.
worclsn getroffen.
De Heer Overbeéfce vras.gt of Burgemeester Hubert tijdens zijn
verlof dan iets te zeggen heeft.
De Voorzitter zegt, dat dit niet hst geval is,maar hij kan ten
allen tijde raad geven.
De Heer Hussaarts aaht stemming over het al dan niet verleenen
van steun niet noodig,wijl hierover in de vorige vergadering
toch reeds een beslissing is gevallen. Spreker vraagt hoeveel
de kosten van deze steungegeling zullen bedragen.
De Secretaris antwoordt,dat hiervoor ongeveer 240,- benoodigd
zal zijn.
De Heer Hussaarts vraagt of de Commissie bevoegd is mensohen
aan de werkverschaffing tewerk te stellen,zonder dat deze 24
dagen ge teek end hebben.
De Secretaris merkt op, dat de Commissie tot aanstellen niet
bevoegd is ingeval er niet get eek end is. Doch Burgemeester en
Wethouders kunnen wel mensohen tewerk stellen aan de wegen,wijl
zij belast zijn met het beheer en toezicht op de wegen.
De Heer de Crom vraagt hoeveel er tewerk gesteld zullen worden
en wie.
De Secretaris zegt.dat de werkloozen zich daartoe dienen aan
te melden. Wie en hoeveel er in aanmerking zullen komen, daarover
moeten Burgemeester en Wethouders beslissen.
De Heer Daverveldt vraagt of personen, die ongeorganiseerd zijn
en zonder werkgever zijn,ook voor werkverschaffing in aanmerking
komen,waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt.
De Heer Verswi j ver merkt op, dat dit niet juist is. Spreker zegt,
dat georganiseerd en in den loop van het jaar offers mosten
brengen door hunne wekelijksohe geldelijke bijdragen. Indien
nu ongeorganiseerden met georganiseerd en worden gelijk gesteld,
zullen de laatsten zioh in de toekomst niet meer verzekeren.
Spreker ziet in de organisatie een voordeel voor de gemeente.
Komen immers ongeorganiseerden zonder werk,dan zullen zij direct
C f i II. -.IV -J