1. De werkverschaffing voorloopig voor den tijd van één maand te verlengen en het Dagelij'ksch Bestuur te machtigen zoo noodig nog langer werk te verschaffen. 2. De werkgevers aan te schrijven zooveel mogelijk de werknemers te betrekken via de arbeidsbeurs,zoodat de werkloozen na aan draag door de werkgevers uit de werkverschaffing zullen worden oht slagen 3. Aan den Minister van Binnenlandsche Zaken een voorstel te doen het uurloon bij de werkverschaffing b.v.op 20 cent per uur te bepalen,derhalve 3 cent minder dan het loon,hetwelk zalxworden opgenomen in het collectief arbeidsbcontract voor den landbouw. Een bepaald accoord is er nog Met tusschen werkgevers en werk nemers; de werkgevers willen 23 cent per uur geven,terwij 1 de organisatie1s 24 cent per uur vragenTevens wordt voorgesteld een 45urige arbeidsweek in het leven te roepen. 4. In verband met deze voorstellen de noodige credieten te ver- Ie enen. Spreker merkt op,dat het Dage 1 ijl:ach bestuur het eerste voorstel doet,omdat er nog niet de minste kans aanwezig is,dat de werk lozen werk zullen vinden ©n al deze personen uitgetrokken zijn. Het tweede en derde voorstel houdt verband,dat,worden deze voor stellen niet aangenomen,de gemeente nooit van de werkloozen af zal komen.In den landbouw is er nog niet veel werk,terwijl de steenindustrie een dergelijke malaise medemaakt,dat ook daar bijna geen gelegenheid tot arbeiden bestaatZullen de arbeiders via de arbeidsbeurs worden betrokken,alsdan de werkloozen gelei delijk kunnen afvloeien. DaiHeer Daverveldt bevreemdt het,dat_nu de vraag gesteld wordt om de werkverschaffing te kunnen doorzetten,te meer,waar inder tijd bepaald is de werkverschaffing op 15 April te doen eindigen en men toen zonder meer de werkverschaffing heeft doorgezet. Spreker wil echter eerst toch nadere inlichtingen hebben.De leden van den Raad mogen niet op het werk komen en zien er niets van, maar toch moeten zij steeds de gelden toestaan.Zoolang spreker

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1932 | | pagina 108