9-5-1932. 97
De Voorzitter zegt,dat dit niet mag plaats hebben,waarop de Heer
Rena opmerkt,dat de neringdoenden die achteraf wonen,dan wedér
worden ten achter gesteld.
De Voorzitter zegt,dat het heelemaal niet in de bedoeling van
Burgemeester en Wethouders ligt,de neringdoenden die achteraf
wonen,te dupeeren.Er zijn op verzoek van Heeren Gedeputeerde
Staten bepalingen in dis verordening opgenomen,welke voor iedere
parochie afzonderlijk gelden,omdat het niet wenschelijk wordt
geoordeeld,dat tijdens de kermis te Hoogerheide een langere open
stelling der winkels in het dorp Woönsdrecht plaats heeft en om
gekeerd. Wanneer er een kermis komt op het gehucht Heimolen,dan
zullen Burgemeester en Wethouders wel maatregelen treffen,dat de
winkels aldaar ook geopend mogen blijven,te meer,omdat het aan
het gemeentebestuur is toegestaan in bijzondere gevallen,krachtens
art.9,vijfde lid der Winkelsluitingswet,de noodige ontheffingen
te verleenen.
Hierna wordt geheel de verordening zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld,luidende als volgt:
DE RAAD DER GEMEENTE WOENSDRECHT;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
Gezet op de bepalingen der Winkelsluitingswet,Stbl.1930,No.460;
B e s 1 i t
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING tot afwijking der Winkelsluitingswet,
Stbl.1930,No.460,voor de gemeente Woensdrecht.
Artikel 1
In afwijking van het bepaalde in art.2,sub a.der Winkesluitings-
wetStbl1930,No460,geldt het bepaalde in art.2 dezer verordening.
Artikel 2.
Het is geoorloofd een winkel voor het publiek geopend te houden:
a. op de Zondagen,geen kermisdagen zijnde,van des voormiddage
acht tot des middags twaalf uur.