snii 1 t Burgemeester en Wethouders voor dit stuk te renvoyeeren naar de Heide Maatschappij,met verzoek in deze te willen dienen van bericht en raad. De Heer Daverveldt vraagt of de gronden,welke reeds verhuurd zijn,nu ook voor werkverschaffing worden aangepakt en of er van andere personen ook gronden zijn ingenomen. De Voorzitter zegt,dat hem hiervan niets bekend is.Deze aanvrage betreft een gedeelte van het desbetreffende ven,waarontrent Wet houder Moors den Heer Daverveldt verder inlicht. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dit stuk te renvoyeeren naar de Heide Maatschappij en aan te houden tot een volgende ver gadering. III. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDÏRS TOT WIJZIGING DER NOG NIET GOEDGEKEURDE VERORDENING OP DE WINKELSLUITING. De Voorzitter doet voorlezing van het schrijven van den Minister van Economische zaken en Arbeid,d.d.29 April 1932,©n stelt voor de aanmerkingen in categorische volgorde af te doen. Art.2,sub a. De Voorzitter stelt namens Burgemeester eh Wethouders voor dit lid te lezen als volgt:"a. Op Zondagen,geen kermisdagen zijnde,van des voormiddagé acht tot middags twaalf urnr". De Heer Rens zou het beter vinden,dat de winkels op Zondagen reeds om zeven uur geopenê zouden mogen zijn,vooral voor de men- schen die ver moeten komen. De Voorzitter licht toe,dat de Minister verlangt,dat dat de win dels des Zondags morgens sleohts vier uu« geopend zijn.Het zou dan worden van zeven tot elf uur,doch dit zou weer bezwaar op leveren voor personen*! die na den laatsten Kerkdienst op Zondag winkelwaren willen koopen. Wethouder Moors brengt in het midden,dat,welke uren men ook wil vaststellen,de winkels na elf uur geopend moeten zijn,omdat de menschen na de laatste Mis in de gelegenheid moeten zijn die winkels te bezoeken,wijl die laatste Kerkdienst eerst om elf uur uit is. töu J 10 OV iXt t i'iOw C V O

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1932 | | pagina 104