93 A" 39-4-1933. arbeiders moeten allen tegelijk afvloeien; dat vindt hij het beste.Geheel de Eendenkooij behoeft toch niet tegelijk klaar te komen.Welke datum men ook vaststeltzulks zal steeds te vroeg zijn,want verschillenden zullen geen werk kunnen vinden. De Heer de Crom zegt het noodig te ashten vóór Pinksteren te eindigen,waar moet het geld vandaan komen? De Voorzitter vraagt,of toestemming kan worden verleend nog 1 H.A.er bij te nemen om alle gelijk te kunnen ontslaan. Na ampele discussie wordt zonder hoofdelijke stemming 'os slot en de werkverschaffing op 14 Mei 1933 te doen eindigen en alle ar beiders alsdan tegelijk te doen afvloeien. De Heer dx Crom vraagt wat gedaan wordt met den grond,die ont gonnen is. De Voorzitter zegt,dat er een Raadscommissie moet komen,die met de landbouwers,die grond van de z.g.Eendenkooij in huur hebben, een accoord hebben aan te gaan voor het verbreken der huur,te meer,omdat in het aanstaande najaar een complex gronden in orde zal moeten worden gebrachthetwelk op het oogenblik verhuurd is, De Heer Overbeeke stelt voor ongeveer 50 roeden dier gronden in cultuur te brengen met erwten en lupinen,dan kan het volgende jaar een beslissing worden genomen:. De Voorzitter vraagt,wie dit moet bezaaien en waar dit gehaald moet worden. Wethouder Moors zegt,dat 35 K.G.van ieder voldoende zal zijn, hetwelk te bekomen is bij den N.C.B. en dit te laten uitvoeren voor den gemeentewegwerker Niets meer te behandelen zijnde en niemand meer het woord ver langend sluit de Voorzitter de re rgadsring. Aldus opgemaakt te Woenadrecht den 39 April 1932. DE VOORZITTER, DE WETHOUDER,

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1932 | | pagina 102