'*'f nm i - - - ai a i tad ai s- ia a»; soc -la^iavtao •-£> C - 1- e av. W&LJ it C A ^.itie-iqc Set a leeg ïlóï Jfroo f '.nsemegii? tbuod baasast U - <9--* 13i GEWONE 1)1 HNST In inkomst op 74748,64 en in uitgaaf op 71377,49,derhalve met een voordeelig saldo ad 3371,15. KAPITAILDISHST. In inkomst en in uitgaaf op 49507,73. De beide Wethouders worden geacht zich van medestemmen te hebben onthouden IV. RONDVRAAG. De Heer Luijkx verzoekt den Voorzitter het daarheen te willen leiden,dat in het zg.Nonnenbaantje een bord wordt geplaatst met het woord „schoolSpreker acht het voor de kinderen daar, in verband met het automobiel verkeer, een zeer gevaarlijke weg gedeelte. De Voorzit te j/vraagt hoe dat baantje juist genoemd wordt,waarop de Heer Plompen zegt,dat dit straatje wel Nonnenbaantj e wordt genoemd, doch dat ds officieel e na an is Steenstraat. De Voorzitter antwoordt,dat hij een dergelijk verzoek zal richten tot de Eerw.Zusters,te Woensdrechtonder mededeeling,dat deze uitgaaf dient bestreden te worden uit de kosten van instandhouding. De Voorzitter zegt, al vorens tot sluiting dezer vergadering over te gaan,hier in het openbaar een woord van dank te willen brengen aan de leden van dezen Raad,die na September hier niet meer terugkeeren.Hij dankt hen voor de prettige samenwerking en voor alles wat zij voor deze gemeente hebben gedaan.Hij ver- trouwt, dat zij in hun retraite nog dikwijls met genoegen zullen mogen terugzien op all es, wat zij in deze zittingsperiode in het 11 belang dezer gemeente mede hebben tot stand gebracht. Ds Heer Plompen dankt namens zijn medeleden dsn Voorzitter voor deze af scheidswoorden. Spreker zegt, dat het voor niemand mogelijk is een volkomen goed raadslid te zijn, voor al niet in het .oog der kiezers,omdat men teveel afhankelijk is van.de diverse socials wetten en van de voorschriften van Heeren Gedeputeerde Staten en van andere wetgevende colleges,waaraan niet te onjrkomen is.Zonder in den Baad breedsprakerig te zijn,kan men echter ook veel daden, buiten den Raad,doen voor de gemeente.Hij wijst in li

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 95