11-I'1931 214* RECLAMES HONDENBELASTING DIENST 1931 EN VASTSTELLING STAAT ONINBARE POSTEN HONDENBELASTING DIENST 1930. De Voorzitter doet voorlezing van een reclame van A-Buijsen, die beweert geen hond te hebben gehad,zoodat zijn aanslag ten onrechte is opgelegd. Waar uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat deze aanslag abussief is opgelegd,wordt zonder hoofdelijke stemming besloten dezen te vernietigen. Daarna doet de Voorzitter voorlezing van een reclame van Jac.de Kort,die op het tijdstip van opname der honden,in Maart 1931, wel een hond had,doch dezen twee dagen na de opname heeft weg gedaan Burgemeester en wethouders stellen voor dezen aanslag te hand haven, wijl het conform de verordening niet mogelijk is dezen te vernietigen. De Heer Rens zou de verordening willen wijzigen,in dien zin,dat voor dergelijke honden slechts de belasting over een half jaar verschuldigd is. De Voorzitter zegt,dat onder vigeur der bestaande verordening, ontheffing in deze niet mogelijk is,doch dat hij wel bereid is, na hetgeen de Heer Rens in het midden brengt,de bestaande jurisprudentie na te zien,omdat hij op het oogenblik niet juist weet of zulks gevonden kan worden. De Heeren Plompen en Hussaarts zijn er voor de verordening te handhaven Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten geen ontheffing te verleenen. Hierna doeVde Voorzitter voorlezing van een circulaire van Heeren Gedeputeerde Staten betreffende gebleken fraudes bij gemeentelijke instellingen.In dit schrijven wordt aangedrongen op het uitoefenen van een goede controle en het stellen van zekerheid door rekenplichtige ambtenaren van armbesturen. Aan de hand hiervan merkt de Voorzitter op, dat in deze gemeente

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 69