T mk n G.No.267,tot belegging van de opbrengst van den verkoop der dokterswoning,te wijzigen,met difn verstande,dat het bepaalde aub III van dit besluit worde gelezen als volgt "III. De opbrengst van den verkoop rentegevende te beleggen in "4obligation van den Staat der Nederlanden,of van een der "Nederlandsohe provinciën of een der Nederlandsche Gemesnten", Te bepalen: dat het rest eerend bedrag ad ƒ5?,- rentegevend zal worden belegd in een nieuw aan te koopen obligatie nominaal groot 100,- der 4$ Staatsleening 1931. Zonder hoofdelijke stemming worden deze besluiten vastgesteld. IV. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING DER RAADSBESLUITEN IN ZAKE HET BELEGGEN VANWAARBORGSOMMEN. De Voorzitter doet voorlezing- van de memories van toelihting en van de desbetreffende besluiten,luidende: DE RAAD DER GEMEENTE ÏO ENSDRECHT Overwegende; dat de door het bestuur van het Zedelijk Lichaam "Vereeniging van Vrouwen tot het geven van Onderwij s3, te 's Hertogenbosch, tevens bestuur der R.K.Meisjeaschool,te Hoogerheide,gestorte waarborgsom ad 1962,65,bij Raadsbesluit van 4 Juni 1926,goed gekeurd door Heeren Gedeputeerde Staten van Noordbrabant bij beschikking van 16 Juni 1926,G.No.18,rentegevend is belegd im nominaal 2000,- 5$ obligatiën der Nederlandsche Staatsleening; dat indertijd zijn aangekocht twee obligatiën ieder nominaal 1000,- der StaatsleeMng 1918 en 1919; dat een obligatie der Staatsleening 1918 inmiddels is afgelost, terwijl het gewenscht is dit bedrag ad 1000,- opnieuw rente gevend te beleggen; Besluit Een bedrag ad 1000,-,afkomstig van bovenvermelde waarborgsom, ingevolge art.73 der Lager Onderwijswet 1920,opnieuw rentegevend te beleggen in een 4obligatie der Nederkandsche Staatsleening

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 60