182 De Hear Rans doet nog een voorstel aan den Raad om een verzoek te richten tot de Regeering,waarin wordt gevraagd om een invoer- veroond van buitenlandschs steen,om daardoor onze eigen industrie te steunen.Dit acht spreker voor deze gemeente van groot belang. Het is spreker bekend,dat de fabrieksarbeidersbond genegen is aan een dergelijk verzoek adhaesie te betuigen.Wellicht zullen nog meerdere lieden bereid worden gevonden adhaesie aan een dergelijk verzoek te betuigen.Tevens zou hij willen voorstellen een verzoek te zenden aan de gemeente Bergen op Zoom,om bij aankoop van steenen eens te willen denken aan de Woensdrschtsohe industrie. De Voorzitter zegt,dat een verzoek aan de Regeering om een in voerverbod van steen,biet heel veel zal uithalen,Men heeft dit kunnen zien aan het verzoek van heel wat meer beteekenende lichamen in deze als de Raad ban een plattelandsgemeente,bv aan het verzoek van de Kamer van Koophandel en Fabrieken,het geen toch ook biets heeft uitgehaald.Als dergelijke lichamen niets kunnen bereiken,dan heeft deze gemeente toch ook al weinig kam van slagen.Ook het verzoek aan de gemeente Bergen op Zoom zal niet het gewenschte nut afwerpen,daar de gemeente Bergen op Zopm er al heel weinig voor zal voelen en daar zal wenschen aan te koopen,waar zij zelf wil.Maar spreker wil aan de leden,die reeds aanstalte maken om heen te gaan, vragen,of zij dit voor stel wenschen te ondersteunen.Dit voorstel wordt voldoende ondersteund, terwijl de Voorzitter het daarna in stemming wil brengen. Wanneer de Heer Daverveldt opmerkt,dat een dergelijk verzoek weinig invloed zal hebben,liet de Raad van stemming af, en zegt de Voorzitter toe,dat het Dagelijksch Bestuur deze zaak eens nader zal bezien. De Heer Vermaat verwacht van Bergen op Zoom al heel weinig,of schoon die gemeente er wel prijs op stelt de menschen uit deze gemeente naar zich toe te trekken en er de voordeelen van te plukken. 1

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 37