-*? 178 rr- c --i131 een orgel rondtrokken en zoo hun brood verdienden en deze hebben hem gezegd,dat zij wilden,dat de toestemmingen niet meer zoo laat werden verl eend,omdat zij daardoor toch niets meer verdienden en alsdan niet in den nacht behoefden te werken. Hoe later het wordt,hoe meer het een nachtbrakerij gaat worden. ^Tet mag nimmer bij den Raad voorzitten om de caféhouders in hun bestaan te dupeeren,want spreker zou zich schamen,als de bedoeling in deze voorzat Ier/and zijn boterham te ontnemen. Maar de menachen moeten leven om een goede sociale maatschappij op te bouwen en dan dient in de eerste plaats eerbied gebracht te worden aan het gezag,want een volk,dat geen eerbied heeft voor het gezag,is geheel en al verl or en. Waar om, vraagt spreker, steunt men niet liever het Patronaat,in plaats van zoo iets af te breken,als de Heer wusaaarts heeft gedaan.Spreker begrijpt niet goed,dat de Voorzitter dit zoo zonder meer heeft laten passeeren. De Voorzitter zegt,dat hij te zorgen heeft voor de goede orde in de vergaderingen en dat de Heer TTussa-arts niets anders over het Patronaat heeft gezegd,dan dat er alcoholhoudende dranken worden verkocht evenals in de cafe's. De Heer Rens merkt op,dat er misschien aan het Patronaat ook wel fouten Kleven,doch dan moeten wij;. trachten die fouten den kop i.n te drukken,zonder dat het publiek er iets van weet.Spreker gelooft,dat de Raad niet veel woorden meer over deze kwestie behoeft te verspillen.Zooals hij straks vernomen heeft,berust de bevoegdheid omtrent het dansen,conform de bestaande Politie verordening,bi j den Burgemeester.Hij kan overwegen,wat er met dit adres te doen is,doch hij zou het betreuren,als het slui tingsuur op elf uur bleef gehandhaafd.Het zou hem aamgenaam zijn,als die nachtelijke braspartijen werden afgeschaft en zou. er voor zijn steun te geven aan sport en feesten,die op den dag plaats hebben en waardoor de menschen ook plezier zouden kunnen hebben. v,i

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 33