-^/ 170 4 7 J 3 7 een volgende maal onherroepelijk zouden worden ui tge slot en, indien zij het werk zonder wettige redenen zouden neerleggen.Gaan de werkloozen Maandag allen niet aan het werk,dan zal het gevolg zijn,dat de gemeente er niet meer aan "behoeft te denken aldaar werkloozen te plaatsen. De Heer Rens zegt te gelooven,dat de Raad in de vorige ver gadering reeds een dergelijk besluit genomen heeft. De Voorzitter zegt,dat dit niet zoo is.Wel hebben de werkloozen daar een dag gewerkt,doch toen heeft men opgehouden te werken om de gereleveerde redenen,welke door de Commissie zijn onder zocht De Heer Rens vraagt,door wie de mensohen worden aangewezen om aan de Boomvaart te gaan werken. De Voorzitter zegt,dat die menschen zijn aangewezen door de Commissie.Alsnog zijn er buiten de reeds verleende subsidie's nog twee verzoeken om subsidie ingekomen,terwijl de Heer Morée verzoekt om personen,die reeds aan de Boomvaart tewerk zijn gesteld. De Tjreer Daverveldt merkt op,dat een zeer moeilijk te regelen zaak is. De Voorzitter zegt,dat de aanvragers om subsidie voor werkver schaffing steeds de werkloozen hebben mogen uitzoeken,zoodat hij meent,dat de Heer More© dit ook mag doen,hetwelk wordt goed gekeurd. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten een schrijven te zenden aan de bij de werkzaamheden aan de Boomvaart te werk gestelde personen,gelijkluidend aan dat,hetwelk door den Voor zitter is voorgelezen. De Voorzitter merkt op,dat de post voor werkverschaffing spoedig zal zijn uitgeput,omdat deze slechts een bedrag aanwijst van 1200,-.Spreker stelt voor dezen post te verhoogen tot 2000,- en een bedrag van den post voor onvoorziene uitgaven op den post voor werkverschaffing over te schrijven.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 25