168 ~SL - 37 Goris te moeten Afleiden,dat het rapport door de Commissie uit gebracht,niet betrouwbaar schijnt te zijn.Spreker moet hier tegen op komen.De Commissie heeft een rapport uitgebrachtwaaruit blijkt,dat het werk aan de Boomvaart zonder laarzen goed uit voerbaar is.En nu wordt schijnbaar meer «aarde gehecht aan andere uitlatingen dan aan mededeelingen van de Commissie,het geen hij niet juist vindt.Wat de Heer Rens bedoelt met de toe komst, dat begrijpt hij niet heel goed. De Heer Rens merkt op,dat het rapport van de Commissie,wat betreft de uitvoerbaarheid van het werk zonder waterlaarzen, juist is.Maar er zitten voor spreker andere bezwaren aan vast. Als men ten minste ziet,hde het werk daar wordt uitgevoerd,dan levert dat voor de menschen toch ook bezwaren op.Men verricht daar het werk op een plank en als een goed arbeider zij*werk naar behooren wil volbrengen,dan is het heusch niet onmogelijk, dat hij wel eens misstapt.Een daar mag toch ook wel eens rekening- mee worden gehouden.Ook wat betreft het vervoer per autobus is voor spreker een bezwaar.Dit alles is in de vergadering der Commissie niet besproken en met al die kleinigheden ben ik het eens met den Heer Goris,dat men de werkloozen in deze niet moet dwingen. Dit alles zijn de reden en, waar om hij voor de toekomst de verantwoordelijkheid niet kan dragen.Voorloopig heeft spreker het zijne over deze aangelegenheid gezegd.- De Voorzitter merkt op,dat de Heer Rens over deze zaak niet meer het woord kan voeren, daar dit de tweede maal is, dat hij over deze aangelegenheid heeft gesproken.Wat de opmerking van de autobus betreft,daarover heeft de Raad in de vorige ver gadering reeds een beslissing genomen,waarop men nu zonder meer niet kan terugkomen. De, Heer Vermaat zegt al "meermalen in het midden te hebben ge bracht,dat werkverschaffing een moeilijk probleem is om op te lossen.Wanneer nu door de overheid alles gedaan wordt om de werkloozen te helpen,dan zijn die personen ook verplicht mede

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 23