fy 2$ - 1 J 3 1 op worden.Ten eenenmale ia de meening van den Heer Verswij ver on juist, wanne er hij wil laten voorkomen,of deze gunstige flnan- tieele toestand is totstand gebracht door de inkomst en, genot en uit de belasting^welke de arbeiders hebben betaald.De arbeiders zijn niet alleen de personen die de bebsting in deze gemeente opbrengen,andere categorieën der bevolking betalen toch zeker zooveel belasting.Spreker wijst er nog op,dat gedurende het vorige seizoen gekankerd is tegen de tewerkstelling aan de Boomvaart, doch toen men daar goed en wel aan den gang was,wilde men daar wel blijven werk en. Werk verschaffing zal altijd een zeer moeilijk probleem blijven en het zal nooit zoo goed ge regeld kunnen worden of het hapert hier of daar.Ten einde deze zaak goed te bekijken,zou hij willen voorstellen voor deze aan- gelegenheid een bijzondere Commissie te benoemen met de op dracht naar een geschikte werkgelegenheid uit te zien; deze Commissie zou dan in de Decemberver gade ring met de noodige voorstellen voor den dag kunnen komen.In het vorige jaar werd aan personen voor cultuurverbetering in de gemeente 30$ sub sidie verleend en voor cultuurverbetering buiten de gemeente 40$,benevens een gelijk subsidiepercentage in de sociale ver zekeringskosten.Persoonlijk zou hij er wel voor zijn dit per centage te verhoogen,ten einde deze zaak meer aan te moedigaa De Heer Verswij ver vraagt wat er op het oogenblik kan gedaan worden voor de crisiswerkloozen. De Voorzitter meent,dat de gemeente thans nog niets kan doen. Die lieden moeten eerst uit de werkloozenkassen trekken. De Heer Verswij ver deelt de verschillende tijdstippen mede, wanneer met het trekken uit die werkloozenkassen een aanvang wordt gemaakt en wijst er op,dat gedurende dezen zomer reeds verschillende personen hebben rondgeloopsn die werkloos zijn encthans als uitgetrokken moeten worden beschouwd.Wat moet er thans met die lieden gebeuren? Spreker hoopt, dat de personen, diefeeen werknemer zijn,zi«h eens goed willen indenken wat het

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 136