r <4^. 157 30-1- ^9^-1 te Wosnsdrecht,gevraagd is een subsidie te verleenen in de kosten van heide-ontginning.In totaal zullen bij deze personen ongeveer 18 werkloozen geplaatst kunnen worden.Nog merkt spreker op,dat in de vergadering der Commissie de mogelijkheid is besproken om arbeiders te werk te stellen op de steenfa brieken en hiervoor dezelfde subsidie uit te keeren als voor heide-ontginning.Wijl hieromtrent echter geen eenstemmigheid is bereikt,zal hij dienaangaande geen nadere mededeelingen do en De Heer Rens zegt,dat hij na vele vergeefsche pogingen om werk te vinden,er ten slotte in geslaagd is de in deze gemeente gevestigd steenfabrikanten voor het plan te winnen om met sub sidie van gemeentewege leem te steken.Deze werkzaamheden,welke, naar hem verzekerd is,eerst binnen een paar maanden een aan vang zullen nemen,zullen alsdan terstond kunnen worden uitge voerd, terwijl hieraan vele werkloozen tewerk kunnen worden gesteld.De steenfabrikanten zijn hiertoe echter slechts bereid, indien zij het recht hebben hun keuze uit de werkloozen te doen,ornaat zoodoende te voorkomen, dat arbeiders,welke geregeld op die fabrieken werken,thans uitgesloten zouden worden.Spek er juicht de bereidwilligheid dezer werkgevers ten opzichte van hun werknemers ten zeerste toe,wijl hierin voor hen voor de heerschende malaise toch ook een groot risico ligt opgesloten. Door het verleanen van dit subsidie wordt bereikt, dat het geld vopr de werkverschaffing zooveel mogelijk binnen de gemeente blij ft. In een uitvoerig betö&g zet hij uiteen, dat het in het belang der industrie en ook der arbeiders en middenstanders is,om deze wijze van werkverschaffing te subsidieeren .Hij hoopt, dat de Raad hiermede rekening zal houden. De Voorzitter merkt op zeer sympathiek te staan tegenover het voorstel om die industrie te steunen.Hij vraagt zich echter af,waar de andere werkloozen te werk zullen moeten worden ge steld, te meer nog,wijl op die manier het op de begrooting

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 12