U- q-1331. puteerde Staten van Noordbrabant d.d.24 Juni 1931, G, No.28, de noodige beschikking is getroffen; dat de obligatie der Staatsleening 1919,ad 1000,per 1 October 1931 aflosbaar is gesteld,terwijl het gewenacht is dit bedrag opnieuw rentegevend te beleggen; Beskuit Een bedrag ad 1000,-,afkomstig van bovenvermelde waarborgsom, ingevolge art.73 der Lager Onderwijswet 1920,opnieuw rentegevend te beleggen in een 4$ obligatie der Nederlandsche Staatsleening 1931,nominaal groot 1000,-. Te bepalen: dat het bij deze inwisseling eventueel terug te ontvangen be- dragidoordat deze aankoop mogelijk minder zal kosten dan gemelde som ad 1000,belegd zal worden bij de Rijkspostspaarbank. VI. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING EENER VERORDENING TOTHEFFING VAN EEN MAXIMUM AANTAL OPCENTEN OP DE GEMEENTEFONDSBELASTING. De Voorzitter merkt op,dat volgens de bestaande jurisprudentie in een dergelijke verordening wederom een maximum getal opcen ten kan worden neergelegd, terwijl de bepaling van het te heffen aantal opcenten voor het belastingjaar 1932/1933 in een afzon derlijk besluit kan plaats hebben.Bij de^nvoering der Wet op de Finantieele verhouding ten vorigen jare,werd een desbetreffend genomen besluit weder ingetrokken,omdat de Minister bezwaar had tegen een dergelijke verordening.De Kroon maakt nu geen bezwaar meer hiertegen,zoodat uit een administratief oogpunt een derge lijke verordening kan worden vastgesteld en het aantal opcenten jaarlijks in een afzonderlijk besluit kan worden gearresteerd. Hierna worden zonder hoofdelijke stemming de volgende veror deningen vastgesteld: VERORDENING op de heffing van opcenten op de Gemeentefondsbelasting in de gemeente Woensdrecht Artikel 1. Er zullen

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 128