M-l-W* o5-, MEESTER EN WETHOUDERS EN VASTSTELLING VAN DE TER UITVOERING DIER BEGROOTING TE NEMEN BESLUITEN. De Voorzitter zegt,dat de op 8 September j.l.aan den Raad aange boden begrooting,ingevolge art.238 der Gemeentewet,op de ge meentesecretarie voor eenieder ter lezing is nedergelegd,waarvan openbare kennisgeving is geschied.Spreker zegt beurtelings een gedeelte uit het rapport der Commissie van onderzoek en van memorie van antwoord van Burgemeester en Wethouders te zullen voorlezen,waarna de besprekingen kunnen plaats hebben en de eventueels besluiten dienaangaande kunnen worden genomen. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. RAPPORT DER COMMISSIE VAN ONDERZOEK De aangeboden begrooting heeft bij de leden Uwer Commissie een goeden indruk gevestigd.Getracht is geworden de uitgaven dezer gemeente zooveel mogelijk te bekrimpeh. E^enerzij ds zijn deze pogingen geslaagd,doch anderzijds lijden die schipbreuk in ver band met de noodig geachte verhooging van eenige uitgaafposten. Uwe Commissie wil in deze speciaal wijzen op de kosten van Hoofdst .IX,par. 1, "ondersteuning van behoeftigen".Voor het jaar 1930 is dienaangaande zuiver ten laste der gemeente gebleven 10507,32,terwijl voor het jaar 1932 de raming dier uitgaven bedraagt 14391,05,welke verhooging voor het grootste gedeelte het gevolg is van het aan het Burgerlijk Armbestuur te verleenen meerdere subsidie ten bedrage van 1400,-.Ook is verhoogd de post voor werkversohaffing,wijl deze werd gebraoht van 1200,- op 2000,-,hetwelk in verband met den ongunstigen toestand der arbeidende volksklasse noodzakelijk moet worden geacht.Bovendien werd de post "Subsidie aan werkloozenkassen" gebracht van 1300,- op 2600,-,welke veihooging noodzakelijk is geworden doordat jaarlijks meerdere arbeiders tot de werkloozenkassen toetreden. De raming der uitgaven ten behoeve van het Lager Onderwijs is bijna stationnair gebleven. f

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1931 | | pagina 109