60 4 /3- d - De Voorzitter doet voorlezing van het schrijven van Heeren Gedeputeerde Staten,houdende toezending van een ontwerp van wet tot samenvoeging dezer gemeenten en stelt namens het Dagelijksch Bestuur voor,al vorens deze zaak in openbare vergadering te behan delen, in besloten zitting over te gaan,ten einde eventueel ge- wenschte inlichtingen aan de leden te verstrekken,welke mogelijk niet -voor publicatie geschikt zouden zijn. De Heer Hussaarts spreekt zich uit voor een openbare behandeling en hiervoor geen besloten zitting te houden,omdat de ingezetenen op de hoogte moeten zijn van het over deze zaak verhandelde. De Heer Vermaat zegt,dat,na al hetgeen hij over deze zaak in de bladen gelezen heeft,het hem voorkomt,dat de beslissing over deze annexatie reeds in den Haag of !s Hertogenbosc| gevallen is. Spreker verwacht van verdere discussie's dan ook niet het minste resultaat.Hij zou de verdere beslissing maar aan de Regeering willen overlaten. De Voorzitter merkt op,dat omtrent het valleen eener beslissing, als doarr den Heer Vermaat bedoeld,hem niets bekend is,doch dat de Raad over dit ontwerp van wet zijn oordeel heeft uit te sprekenj een advies wordt in deze niet gevraagd. DeHeer Vermaat begrijpt niet,waarom het oordeel van den Raad gevraagd wordt,als reeds in de bladen melding wordt gemaakt over deze vereeniging,waaruit is op te maken,dat deze zaak reeds beslist is. De Heer Rens meent,dat de Heer Vermaat zich geen goed idee heeft gevormd omtrent den gang van zaken in deze .Het ontwerp van wet moet nog door de Kamer worden aangenomen,terwijl het oordeel wordt gevraagd van den Raad,omdat dit in de Gemeentewet verplichtend is voorgeschreven.Spreker verklaart zich voor het. voorstel van Burgemeester en Wethouders om de gelegenheid te openen in besloten zitting omtrent deze zaak eenige inlichtingen te verkrijgen. De Voorzit teer zegt hierna het voorstel van Burgemeester en Wet-

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1930 | | pagina 71