59 f. 13- 6- IN DEGEMEENTE WOENSDRECHT- Artikel 1. Er zullen jaarlijks,met Ingang van het belastingjaar 1931,ten behoeve dezer gemeenteop de hoofdsom der personeele belasting worden geheven vijftig opcenten. Artikel 2. De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening van heden. Artikel 3. Deze verordening wordt herzien zoodra wordt vastgesteld of gewijzigd een geaB ent everordening als bedoeld in de artikelen 5 en 31 duodecies der Wet op de Personeele belasting 1896. Artikel 4. De thans geldende verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsom der personeele belasting wordt met 1 Januari 1931 ingetrokken.gij blijft van kracht ten aanzien van belastingjaren, welke voor ai ei datum zijn geëindigd. VERORD USING OP DE INVORDERING VAN OPCENTEN OP DE HOOFDSOM DER PERSONEELE BELASTING IN DE GEMEENTE WOENSDRECHT. Artikel 1. De invordering der opcenten op de hoofdsom der personeele belas ting geschiedt overeenkomstig aryikel 263 der Gemeentewet en voorts, wat de uitkesring bet reft, met inachtneming van hetgeen daaromtrent ban regeeringswege is of nader mocht worden bepaald. Artikel 2. Deze verordening treedt tegelijk met die op de heffing in werking op welk tijdstip de thans geldende verordening op de invordering van genoemde opcenten van 5 September 1911 vervalt. V. BEHANDELING SCHRIJVEN VAN HEEREN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDBRABANT ,d. d. 28 MEI 1930,ONDER TOEZENDING VAN EEN ONTWERP VAN WET TOT VEREENIGING DER GEMEENTEN WOENSDRECHT EN HÜIJBERGEN.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1930 | | pagina 70