-
- -
Artikel 1.
De gemeente wordt voor de toepassing van het bepaalde in het
tweeds lid van artikel 14 der wet van 15 Juli 1929,Stbl.No. 388,
gerangschikt in de derde klasse.
Artikel 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 Mei 1931.
VERORDENING OP DE PEFFING VAN OPCENTEN OP DE GEMEENTEFOND SB ELAS-
TING IN DE GEMEENTE WOENSDRECPT
Artikel 1
Er zullen jaarlijks,met ingangvan het belastingjaar 1 Mei 1931
tot en met 30 April 1832, ten behoeve dezer gemeente,op de hoofd
som der gemeentefondsbelasting worden geheven ten hoogste 80
opcenten.
Artikel 2.
De _.aad bepaalt jaarlijks onder Koninklijke goedkeuring het
getal te heffen opcenten.Zij worden op alls aanslagen tot een
gelijk getal geheven.
Bij de toepassing van het eerste lid mag het -getal der opcenten
niet hooger worden gesteld dan hst laatstelijk bepaalde getal
opcenten, dat in de gsm^ente geheven wordt op de hoofdsom van ds
grondbelasting op de gebouwde eigendommen.
Artikel 3.
De opcenten worden niet geheven op de aanslagen van hen,die
binnen het Rijk geen vaste woonplaats hebben.
Artikel 4.
De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening van heden.
Art ik el 5
Deze'verordening wordt herzien zoodra de gemeente voor de heffing
der gemeentefondsbelasting wordt gerangschikt in een andere dan
de negende klasse.