fS-5 - 11 W
meer dergelijke kwestie's voorkomen als in het afgeloopen jaar
hebben plaats gehad.
De Heer Hussaarts merkt op,dat hij als lid van den paad toch
het recht heeft overal te mogen gaan zien.
pe Heer de Grom vraagt, in verband met de gedane mededeeling
door den Voorzitter,hoe het zal gaan,wanneer er vernieuwingen
plaats hebben.
De Voorzitter zegt,dat bij vernieuwingen aan wegen of anderszins
het lid der Wegencommissie zich bij Burgemeester en Wethouders
dient te vervoegen en dat Burgemeester en Wethouders alsdan wel
de geheele Commissie zullen nooren.
IX. VASTSTELLING KOHIER DER HONDENBELASTING DIENST 1930.
De Voorzitter stelt voor dit kohier in besloten zitting te
behandelen,waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten.
X. RONDVRAAG.
De Voorzitter zegt,dat hij zelf de rondvraag wil openen en
nadere besprekingen wil houden over de bermbestrating van de
kom van het dorp Woensdrecht.Op 12 Juni 1923 werd besloten door
den Raad de geheele bermen van het dorp Hoogerheide te laten
aanstraten.In de vergadering van 17 Augustus 1926 werd de berm
bestrating van het dorp Woensdrecht besproken,terwijl op 28
October 1926 besloten werd in het dorp Woensdrecht op den eenen
berm een fistspaadje aan te 1 eggen,bestaandeuit klinkerstukken
en met de bermbestrating te beginnen vanaf Daalmans tot aan
Musters.Uit den aard der zaak heeft het alstoen in de bedoeling
van den Raad gelegen de bermbestrating aldaar op eenzelfde
wijze uit te voeren als te Hoogerheide.De geheele westelijke
Derm van de kom van her dorp is aangestraat,terwijl aan de oost
zijde ook eenige bermbestrating heeft plaats gehad.Op verschil
lende plaatsen zijn nog kleiïB hoekj es over en ten einde alle
animositeit tusscnen beide kerkdorpen te voorkomen,stelt hij
persoonlijk voor ook deze hoekjes aan te straten.Dit voorstel
ie aan de hand van het Raadsbesluit van 26 October 1926 wel
niet meer noodig,doch hij wil gaarne deze zaak door den Raad