tusschen 481,- en 465,70,zijnde 15,30,welk bedrag bij de
uitbetaling van het voorschot over het jaar 1930 zal worden
bijbetaald.
3DE RAAD DER GEMEENTE WOENSDRECHT J
Overwegende:
dat het bedrag der kosten van instandhouding ten behoeve der
R.K.Jongensschool,te Hoogerheide,uitgekeerd bij voorschot over
het jaar 1928,definitief moet worden vastgesteld;
dat,nu in deze gemeente geen openbaar onderwijs meer wordt ge
geven, dit bedrag most worden bepaald naar het gemiddelde der som
van de kosten per leerling in drie overeenkomstige gemeenten
uitgegeven;
dat,volgens us door He eren Geöeput ee rae Staten vastgestelde
rekeningen in drie soortgelijke gemeenten de gemiddelde kosten
van instandhouding der leerling hebben bedragen 7,40;
dat over het jaar 1928 een gemiddeld getal leerlingen ad 258
voormelde R.K.Jongensschool heeft bezocht;
dat over gemeld jaar aan voorschot in die kosten is uitbetaald
800,-, terwijl aan schoolgeld moest ontvangen worden 882, 85,
welk bedrag ook inderdaad uoor het schoolbestuur is geïnd
geworden;
Gelet op art. 103,4e lid der Lager Onderwijswet 19 20;
Besluit:
1. de kosten van instandhouding, ingevolge art. 103 der Lager
Onderwijswet, over'het jaar 1938 ten behoeve der R.K. Jongensschool
te Hoogerhe iae, vast te stenen op 7,40 per leerling.
2. Te bepalen:
dat aan gemeld schoolbestuur over voornoemd jaar moet worden
uitgekeerd 258 x 7,40 is 1909 20terwijl aan voorschot op
die kosten is uitbetaald t 800,- en aan schoolgeld is ontvangen
882, 85, derhalve in totaal voor de kosten van instandhouding
is genoten 1682,85;
dat over gemeld jaar nog moet worden uitgekeerd het verschil
tusschen 1909,20 en 1682, 85, zijnde 236,35, welk bedrag bij