'm i - 10- i 'J zegt hij zioh met de voorgestelde regeling te kunnen vereenigen. De Heer Vermaat merkt op,dat,toen hij aanvankelijk dit voorstel in de dagbladen las,hij dacht,hoe is het toch mogelijk,dat Gedeputeerde Staten in deze tijdsomstandigheden voorstellen om salarissen te gaan verhoogen,omdat over de geheele wereld malaise heerscht.Nadien heeft hij van een en ander inzage genomen en gezien,dat er voor deze gemeente een klein voordeel inzit. Hierom zegt hij zich met de voorgestelde regeling wel te kunnen vereenigen-Verder vraagt spreker hoelang deze regeling zal blijven gelden,d.w.z.blijven de salarissen op hetzelfde lage niveau,of worden deze na eenige jaren werde&m opgevoerd. De Voorzitter zegt,dat hij deze laatste vraag van^. den Heer Vermaat onbeantwoord moet laten,omdat hem zulks niet bekend is. Spreker kan echter moeilijk op deze zaak verder ingaan,omdat het voor heem een persoonlijke aangelegenheid betreet.ook hij is de meening toegedaan,dat het beter ware geweest,dat Heeren Gedeputeerde Staten nu niet met een nieuwe salarisregeling voor den dag waren gekomen,doch dat zij zulks drie jaren vroeger hadden moeten doen,omdat de tijdsomstandigheden alstoen beter waren.Dat Gedeputeerde Staten toch een nieuwe regeling hebben ontworpen, aaht hij noodig,omdat verschillende titularissen te weinig salaris genieten. De Heer Vermaat brengt in het midden,dat de salarissen volgens zijne meening in deze Provincie goed zijn,zoodat hij om gemelde redenen voor de concept-regeling zal sternen. De Voorzitter merkt op,dat de salarissen in de Provincie Noord brabant, in vergelijking met die in de Noordelijke Provinciën, zeer laag zijn te noemen,hetwelk spreker door eenige cijfers zou kunnen aantoonen.Verder wil hij omtrent deze zaak niets meer in het midden brengen. De concept-regeling in stemming gebrachtwordt aangenomen met tien tegen een stem.Tegen stemde de Heer Rens De Voorzitter stelt hierna voor het ichrijven van Burgemeester

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1930 | | pagina 125