1b~ y -
De Voorzitter doet voorlezing van de concept-verordeningen tot
intrekking der verordeningen op de heffing en invordering van
opcenten op de Vermogensbelasting.
Na deze voorlezing vraagt de Heer Vermaat te mogen vernemen,
welke motieven Burgemeester en Wethouders geleid hebben om met
dit voorstel te komen.Zou het eventueel gevolg deze^ intrekking
zijn,dat andere belastingen mpeten verhoogd worden,dan verklaart
hij zich tegen dit voorstel.
De Voorzitter antwoordtdat tengevolge van de&nvoering der
nieuwe Financieels verhoudingswet over de geheele lijn verlaging
vafc belasting wordt verkregen.In de Gemeentefondsbelasting is
reeds een heffing van 50 opcenten ©|5 de Vermogensbelasting be
grepen, zoodat, wanneer de gemeente nog 50 opcenten op laatstge
noemde Rijksbelasting heft,die categorie van ingezetenen alsdan
tot een maximum zal worden belast,hetgeen nooit in de bedoeling
van den Raad heeft gelegen.De gemeente krijgt ultkeering uit
dat fonds,terwijl in de inkomsten van dat fonds reeds 50 opcenten
op gemelde belasting zijn begrepen.Die categorie van ingezetenen
zal alsdan,bij niet intrekking,dubbel in de gemeentebelastingen
bij dragen, hetwelk Burgemeester en Wethouders niet billijk "voor
komt
De Heer Vermaat zegt na deze toelichting zich wel met de intrek
king der bestaande verordeningen te kunnen vereenigen,mits ten
gevolge hiervan de andere belastingen niet moeten worden verhcEOgd.
De Voorzitter verwacht,dat deze intrekking wel geen invloed zal
hebben op de andere belastingen.Wijl slecht© in deze over fic
tieve gegevens wordt be schikt, dient afgewacht te worden welke
resultaten die belastingen zullen opleverenzou blijken,dat de
heffing van 50 opcenten onder «aal noodzakelijk is,alsdan kunnen
deze wederom worden geheven.
Hierna worden zonder hoofdelijke stemming de volgende veror
deningen vastgesteld:
I. VERORDEN ING TOT INTREKKING VAN DE VERORDENING OP DE