de artikelen 258 - 262 der Gemeentewet.
Artikel 4.
Onverminaerd de oevoeganeid der ambtenaren,bedoeld in de art.
141 en 142 van net Wetboek van Strafvordering, is de handhaving
der verordening op de heffing van gelden voor het gebruik of
genot van openbare wegen of werken in de gemeente Woensdrecht
opgedragen aan de gemeenteveldwachters.
Artikel 5.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1950.
IV. BEHANDELING CIRCULAIRE VAN DEN HEER COMMISSARIS DER
KONINGIN,d.d.13 MEI 1929,BETREFFENDE BRANDWEERVOORZIENING.
De Voorzitter doet voorlezing van dit sohrijven en van het
antwoord van het Dagelijksch Bestuur,waarin mededeeling wordt
gedaan van de aanwezige barandbiuschmiddelen.Hij merkt op,dat
de brandweervoorziening reeds meerdere malen in den Raad is
besproken,maar steeds zonder resultaat.Aan de hand dezer cir
culaire zal hij trachten nogmaals een baLissing uit te lokken
in zake de al dan niet aanschaffing van sohuimbluschapparaten.
De Heer Mussaarts zegt een demonstratie van deze apparaten te
heoDen bijgewoond en spreker is tot de conclusie gekomen,dat
bij een begin van brand hiermede wel goede resultaten zijn te
bereiken,doch wanneer eenmaal de brand uitslaat zijn ze vrijwel
waardeloos,omdat men net vuur met een dergelijk apparaat toch
niet kan naderen.Spreker acht het een overbodige uitgaafindien
tot aanschaffing worat overgegaan.
De Voorzitter brengt in het midden,dat de brandweervoorziening
in de beide dorpen voldoende is,doch dat het in deze de bedoeling
is om de bewoners der achteraf gelegen gehuchten tegen brand
•c e vrijwaren^ Voor die lieden zal toch ookwat moeten ge sen ie den.
Het is de bedoeling deze apparaten bij een begin van brand te
gebruiken om uitbreiding te voorkomen.
De Heer Vermaat meent,dat op deze wijze hoofdzakelijk gewerkt