'j 851^ den Heer Rens bedoelde gevallen sporadisch voorkomen.Onder scheid dient te worden gemaakt tusschen het dempen van een sloot,waarvoor wel belasting verschuldigd is en het maken van een uitweg,waarvoor niets betaald hoeft te worden. De Heer Rens aaarentegen meent,dat het meermalen zal voorkomen, dat iemand onder deze belasting valt.Hij aoht het niet billijk om hiervoor een belasting te heffen.Spreker stelt voor de des betreffende bepaling in de concept-verordening betreffende de vergoeding voor het dempen van slooten te doen vervallen,welk voorstel wordt gesteund door de Heeren Daverveldt,van Lakwijk en Uej .Theuns. Den Heer Vermaat komt het voor,dat er geen bezwaar tegen kan zijn,wanneer de sloot gedempt wordt en daarin wordt een riool gelegd,dat daarvan belasting wordt betaald. De Voorzifter merkt op,dat,wanneer de verschillende belasting- objecten uit de verordening worden gelicht,die verordeningook geen reden van bestaan meer zal hebben en derhalve de verordening niet behoeft te worden vastgesteld. De Heer Rens betoogt,dat door zijn voorstel wel een wijziging wordt aangebracht,doch de verordening haar waarde nog niet verliestVoor lieden die een uitweg moeten heoben en daarvoor een sloot moeten dempen voor hunne woning,is deze bepaling een groot bezwaar. De Voorzitter zegt,dat het dampen van bermslooten zeer zelden voorkomt,terwijl het verleenen van uitwegen onbelastbaar is gelaten,ornaat dit zeer dikwijls plaats heeft. Wethouder Jacobs en de Heer Plompen vragen noeve^r zich deze bepaling uitstrekt. DS Voorzitter geeft hiervan een nadere toelichting,terwij 1 hij opmerkt,dat het bij Burgemeester en Wethouders in deze alleen maar gp.at over bermslooten en niet óver uitwegen. Het voorstel van den Heer Rens in stemming gebracht wordt verworpen met zes tegen vijf stemmen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1929 | | pagina 86