■^y Vi i/^ "b. Buitenmuren voor gebouwen niet meer dan een bovenverdieping «ten minste 0,18 M.; "Heeft een gebouw meerdere verdiepingendan moeten de buitenmuren "van de twee bovenste verdiepingen een dikte hebben van ten «minste 0,18 M.; buitenmuren van elke* verdieping daaronder «gelegen 0,09 M.meer,terwijl zolders met dakschild niet als- «verdieping gerekend worden". Tusschen de laatste en voorlaatste alinea van artikel 34 een nieuw alinea in te lasschen,luidende: «Voor muren,niet hooger opgetrokken dan gemiddeld 7,50 M.kunnen «Burgemeester en Wethouders,onder de daarbij te stellen voor- «waardentoestaan,dat deze muren bestaan uitntwee halfsteens «muren,dik ieder 11 c.M.,waartdsschen een spouwruimte van ten «minste 0.05 M., terwijl de beide spouwmuren onderling met spouwankers moeten verbonden worden". Artikel S. Deze verordening treedt in werking op den derden dag na hare afkondiging. IV. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VERLEUNEN VAN EEN VOORSCHOT TEN BEHOEVE DER BIJZ.R.K.SCHOLEN OP DE VER GOEDING EX ART.101 DER LAGER ONDERÜJSWET 1920. De Voorzitter doet voorlezing van de volgende besluiten,welke zonder hoofdelijke stemming worden vastgesteld. DE RAAD DER GEMEENTE W0EN8DRECHT Gezien de aanvrage van het bestuur van het Zedelijk Lichaam "Vereeniging van Vrouwen tot het geven van onderwijs,te 1s Her togenbosch om voorschot ten bedrage van 200,- op de gemeente lijke vergoeding,overeenkomstig art.101 der Lager Onderwijswet 1920,ten behoeve van de R.K.Meisjesschool A.No.187,over het jaar 1,929; Overwegendedat terzelfder zake voor de overeenkomstige open bare lagere scholen in drie soortgelijke gemeenten over het dienstjaar 1927 volgens ds gesloten gemeenterekeningen per

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1929 | | pagina 7