o BO, ;<v voor de honden betaald moeten worden,tengevolge waarvan er uit den aard der zaak minder honden worden gehouden.Hierom stelt zij de vraag,of het niet in hst belang der gemeentelinan- cisn zou zijn de desbetreffende bedragen te verlagen. De Voorzitter geeft in overweging de bedragen voor dit jaar te laten,zooals deze thans gelden,terwijl voor het volgend jaar bij het vaststellen der begrooting ds tarieven verlaagd zouden kunnen worden. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming het kohier voor het dienstjaar 1838 vastgesteld op een bedrag ad 7 82,-. BESPREKING VELDWACHTER STONING EN EVENTDEELE VERBOUWING BODE WONING, ARRESTANTENLOKAAL ENZ De Voorzitter brengt in het midden,dat Hertoga de bodewoning heeft verlaten en dat veldwachter Aarden thans dis woning zal betrekken.De vraag is nu,wat zal sr in de toekomst moeten ge- scnieden met het huis,waarin Aarden tot nu toe heeft gewoond; moet deze woning verkocht of verhuurd worden.De Heer Vermaat merkt op, dat er geen tuin aan de woning ligt,wat den verkoop prijs niet ten goede zal komen.Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders die woning hebben laten schatten. De Voorzitter antwoordt,dat de woning door den Gemeente-opzich is geschat op 2300,-,terwijl deze indertijd is aangekocht voor 3500,-.Voor deze koopsom is 2300,- geleend,w?lke leening in 1923 is af gelostterwijl de overige 900,- zijn betaald van ds opbrengst eener veldwachterswoning,staande in ds Wouwbaan,welke eertijds is verkochtSpreker acht het het meest juisue deze woning te verkoopen,want bij eventueele ver huring zullen,bij verandering van huurder,telkens kosten aa»~ de woning komen. De Heer Vermaat zegt zulks ook de beste oplossing te vinden, niettegenstaande hij verwacht,dat de opbrengst minder zal zijn dan de geschatte waarde,zoo juist door den Voorzitter gerele veerd.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1929 | | pagina 78