'm
tueele benoeming van een opvolger voor 'Dra.van de Kar.Dou Daze
woning verkocht worden,dan moet de opbrengst rent9gevend worden
belegd.
De Heer Vermaat zegt er geen beswaar in te zien de woning te
verkoopen.
De Heer Dens is de mesning toegedaan,dat het voor ae gemeente
aen voordesligsten weg/dat deze woning wordt verkocht.Bij even-
tuselen verkoop zou spreker in overweging willen geven aan
Gedeputeerae Staten te verzoeken om van da opbrengst der woning
het restant der geldieening af te lossen.
De Voorzitter zegt er van overtuigd ts zijn,dat gedeputeerde
Staten niervoor geen toestemming zullen verleenen.Het gaat
toch niet aan,met geld,dat tegen 5D kan geplaatst worden,geld
af te losten,hetwelk de gemeente tegen 3-gD in bezit heeft
gekregen.Persoonlijk is spreker er niet voor eigendommen te
vervreemden,waarom hij zich tegen dezen verkoop verklaart,die
hij geenszins in het belang der gemeente acht.Hij meent er aen
daad nogmaals op te moeten wij zen, dat bij eventueel en verkoop
dezer woning,de daad in de toekomst bij de benoeming van een
gemeentegeneesheer geen zeggenschap meer zal hebben, om-dat de
Raad alsdan verplicht zal zijn den geneesheer,ais ae praktijk
van zijn voorganger overneemt,waaronder gewoonlijk ook begrepen
wordt het overnemen der woning,ook ts benoemen tot gemeente
geneesheer, omdat zich in een gemeente van ongeveer 4000 .inwoners
geen tweeden geneesheer zal komen vestigen.
Hierna heeft omtrent de vestiging van gemeentegeneesheersn ten
plattelands eenige discussie plaats tussohen den Voorzitter en
den Heer Vermaat,na welke discussie zonder hoofdelijke stemming
in beginsel besloten wordt te trachten ue ambtswoning aan den
gemeentegeneesheer Urs.J.P.van ds Kar te verk oopen, t e r w ij 1 diens
ingekomen verzoek wordt aangehouden tot ue volgende vergadering.
De Voorzitter merkt nog op,dat het DagelijkschBestuur een
schatter zal aanwijzen,terwijl Drs.van de Kar een tweeden