L - iQO/$ "U den Baad namens mil mede te deel en,dat gij het mogelijke "gedaan hebt om een gunstige beschikking uit te lokken,en dat "dus mijne afwijzing van 's Raads wenschen niet aan eenige "behandeling Uwerzijds te wijten is,De Commissaris der Koningin "in Noordbrabant,getA.van Riioksvorael Hieruit blijkt voldoende, zegt sprekergidat hij alles gedaan heeft om deze kwestie tot een goed eind te brengen. De Heer Daverveldt zegt,dat hij het treurig vindt dat geen voldoende notitie genomen wordt van de draagkracht der gemeente. Hij blijft bij zijne meening,dat de veldwachters wel bode diensten kunnen verrichten De Voorzitter zegt,dat zulks niet kan aan de hand der door den Commissaris der Koningin genomen beslissing. De Heer Vermaat merkt op,dat deze dienst wel doorgaat,ook al zijn er zieken. De Voorzitter zegt,dat het thans een noodtoestand is en dat de boodschappen toch moeten plaats hebben; "nood breekt wet", zegt spreker. De Heer Hussaarts bepleit de verhuring der woning van veld wachter Aarden en vraagt of het niet mogelijk is,dat Hertogs een andere woning huurt en Aarden de woning achter het gemeente huis betrektSpreker is van meening,dat waar de Raad A.gezegd heeft,men nu ook maar B.moet zeggen. De Voorzitter zegt,dat,al heeft de Raad A.gezegd,er soms wel nieuwe gezichtspunten zich voordoen,zoodat de Raad van het eenmaal ingenomen standpunt kan afstappen.Hoe het ook loopt,in ieder geval zal een voorziening moeten worden getroffen voor het doen van bodediensten. De Heer Rens zegt,dat hij er mede accoord gaat,dat deze zaak in besloten zitting wordt behandeld,ten einde deze kwestie zoo spoedig mogelijk van de baan te hebben.Hij meent toch te moeten opmerken,dat de bodekwsstie niet vastzit aan de bodewoning. Hierna sluit de Voorzitter de openbar® vergadering om tot

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1929 | | pagina 28