i C Q Q dooh hij twijfelt er aan of de werkgevers meer loon zullen willen betalen.De Raad kan de werkgevers wel meer subsidie toe kennen dooh dan behoeven deze nog geen meer loon te geven.De Heer Plompen moge echter niet vergeten,dat werkverschaffing slechts als hulpmiddel dient te worden aangemerktterwijl hij het voorstel van den Heer Plompen als een zeer gevaarlijk precedent beschouwt. De Heer Vermaat verklaart zich in deze geheel accoord met de opmerking van den Voorzitter. De Heer Plompen zegt,dat hij dit voorstel doet,omdat de menschen zijn achtergeraakt met het betalen,omdat zij reeds lang werk loos zijn.Wordt nu wat meer gegeven,alsdan zouden deze den achterstand wederom kunnen inhalen. De Heer Hussaarts zegt,dat mogelijk van de t® werk gestelde persoden er eenige zullen overblijven,die op de wegen moeten worden te werk gesteld,terwijl hij de vraag stelt of dit loon lager is dan van de mensohsn,die op de groote werkverschaffingen geplaatst worden. De Voorzitter merkt op,dat personen,die voor de gemeente werken, 0,20 per uu^erdi enen, terwij 1 hun tevens een kinaertoeslag ad 0,25 per kind en per week wordt uitgekeerd.Dit alles, zegt spreker,is in de verordening op de werkverschaffing geregeld. De Heer Hussaarts kerkt op,dat hij op het Santfoort nog al werk heeft en dat hij bij de personen,die voor de werkverschaf fing aan de wegen in aanmerking komen,een of twee goeds krachten moet hebben,die desnoods als voorwerker kunnen optreden.Hij zou het niet billijk vinden,dat deze laatste personen hetzelfde loon werd uitgekeerd als de anderen. De Heer Mel sen merkt op,dat aan dergelijke lieden steeds 0,25 per,uur is uitbetaa.ld ,derhalve 0,05 peer als aan de andere. De Voorzitter merkt op,dat zulks aan de prudentie van elk lid der T,: egencommissie moet wordt overgelaten. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de volgende

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1929 | | pagina 23